Vreugde-Bergh, bestaende in ziel-suchten, bruylofts-gesangen, en stightelijke vermakelijkheden (eerste deel)
(1661)–Cornelis Rhijnenburgh– AuteursrechtvrijStem, Psal. 68. | |
[pagina 52]
| |
1.
O Mensch! gaat eens in u gemoedt,
En segh wat hebt ghy doch voor goedt
Dat ghy niet hebt ontfangen?
’t Is Godt, die ons tot hem bekeert,
’t Is Christus die ons bidden leert,
En na hem doet verlanggen:
Roemt dan alleen des Hemels Heer,
Prijst God, en geeft hem lof en eer,
Die eenige Sprink-ader
Van alle goedt, die my gewis
Door Christum onsen Heylandt is
Geworden onse Vader.
| |
[pagina 53]
| |
2.
Veel hooger dan het schoon Gewelf,
Ia hooger dan den Hemel self
Komt sijne liefd’ te steyg’ren;
Sijn goedigheyt gaat boven al,
So dat hy ons veel minder sal
Af-slaan en willen weyg’ren
’t Geen wy met een gebroken stem,
Uyt een oprecht Geloof van hem
Versoekken en begeeren,
Dan onse Vaders hier op aard’
Verdorven, quaat en boos vermaard’,
Ons aartsche dinggen weeren.
| |
[pagina 54]
| |
3.
Wy houden ons dan wel vernoeght
Soo als het onse Vader voeght,
Die daar is in de Heem’len:
Doch laat ons van sijn Majesteyt,
Die Hemels is, geen ydelheyt
Gedenkken noch uyt-reem’len:
Maar vlijtigh, met het innigh oogh
Van ons gemoedt, altijdt om hoogh,
Sijn heerlijkheyt betrachten,
En soo van hem, die daar alleen
Almachtigh is, en anders geen
Dat noodigh is verwachten.
|
|