Een woord ter inleiding
Mijn bedoeling met het hierachter volgende boek is geweest: een menschelijk beeld te geven van Willem Kloos' psychische en physische entiteit, zooals die zich heeft geopenbaard in zijn leven op deze aarde, in verhouding tot zijn tijdgenooten, en in zijn reactie op toestanden en omstandigheden.
Te zijner tijd hoop ik in staat te wezen, daarnaast nog een ander boek het licht te doen zien, waarin het letterkundig beeld van Willem Kloos ten volle recht wordt gedaan, als Oprichter en Leider van het tijdschrift ‘De Nieuwe Gids’, als dichter bij de gratie Gods, voor nu en altoos, - als zuiver criticus, in volste integriteit, die aan talloozen den weg heeft gewezen, - die aangemoedigd heeft en gesteund, zonder aanziens des persoons, in absolute vreugde, waar hij iets nieuws ontdekte, en van heeler harte prijzen kon.
Uit den aard der zaak zal dit tweede boek veel omvangrijker zijn dan dit eerste, daar zeer veel misvattingen en verkeerde voorstellingen moeten worden aan de kaak gesteld en uit den weg geruimd, veel, nog niet geweten feiten moeten worden opgehelderd, veel vijandschap en tegenwerking moet worden verklaard.
Het materiaal voor dit tweede boek is bijeen. Het is een ontzaglijk belangrijk dossier, verzameld gedurende vele jaren, en bevattende de noodige bewijzen voor hetgeen in dit nieuwe werk zal worden beweerd. Hier is een hoeveelheid documenten tezamen gebracht, die onmisbaar zullen blijken ter volledige samenstelling eener literaire historie der vernieuwing onzer geheele literatuur.
Brieven, uitknipsels, notities, tijdschrift-artikelen, opgeteekende mondelinge uitlatingen, enz. enz. vormen een collectie, die waarlijk uniek moet worden genoemd, en die óók zijn noodzakelijken dienst zal doen, voor de complete kennis der grootste en geniaalste persoonlijkheid uit den vruchtdragenden, belangrijken tijd, dien men de ‘Periode van Tachtig’ noemt: Willem Kloos.
JEANNE KLOOS - REYNEKE VAN STUWE
's-Gravenhage.