| |
| |
| |
De dans.
- O, vertel me toch meer, vroeg het jonge vrouwtje. Haar donkere oogen brandden in het bleeke gezicht met een koortsige helderheid, en in haar stem was steeds een klank als van bedwongen hartstocht. In haar eenvoudigen teagown van azalea-gele zijde, die los en vlottend haar tenger figuurtje omgaf, en met het blonde haar in een simpelen wrong gekapt, zag zij er zoo jong, bijna kinderlijk uit; iedereen hield haar voor een ingénue, en ook hij had dit gedaan, totdat hij den gloed in haar oogen zag, en de gedempte passie in haar stem begreep ...
Hij zat bij haar in den te grooten salon, met de te vele en te weelderige meubelen, waarin zich haar klein persoontje verloor. De lentezon gleed langs de zware goud-bruin fluweelen gordijnen naar binnen, en maakte met haar helle licht het gezichtje vóór hem van een vreemde, glanzende blankheid, waarvan hij zijn oogen niet kon afgewend houden. Zij interesseerde hem, het vrouwtje, dat zijn vriend zich uit een der afgelegen plaatsen van Drente had gehaald, toen hij daar eens als advocaat een zaak te onderzoeken had gehad. Zijn vriend had onmiddellijk het waardevolle kind ontdekt in de banale omgeving van den
| |
| |
luxueusen land-adel, en zonder veel overleg had hij haar getrouwd, en haar plotseling overgeplaatst naar Den Haag, waar zij, aan de stilte en de eenzaamheid van het buitenleven gewend, zich niet-thuis, als verdwaald, gevoelde. En haar vriendelijkst vragen aan haar man om haar in die nieuwe wereld een gids te zijn was ál tevergeefs.
Haar man hield haar opzettelijk in afzondering. Hij meende een dier zeldzame, onbedorven, onwetende meisjes te hebben getrouwd, als hij er in Den Haag nooit een had ontmoet, en hij wilde haar ‘zoo’ houden. Zij had niet met hem geflirt, zij moedigde hem op geen enkele wijze aan, zij had hem alleen maar aangekeken met haar verwachtingsvollen, verlangenden blik, die hem onmiddellijk overwon. Hij dacht bij haar aan liefde op het eerste gezicht, en vermoedde niet, dat zij in hèm alleen maar een redder, een bevrijder zag, die haar zou kunnen verlossen uit haar milieu, en brengen naar de wereld, waarheen zij hunkerde met al de kracht van haar inwendiggepassionneerd temperament.
Zij had zich in haar hoop bedrogen. Hij liet haar even verlaten leven, als zij op de Drentsche heide geïsoleerd had geleefd. Hij gunde haar niets van den bedwelmenden roes, die haar verbeelding haar had voorgetooverd als één onafgebroken overweldigende vreugd... Hij wilde haar ‘onschuldig’ houden, zeide hij steeds, en zij voelde zich zoo zonderling verdoold in de groote stad, waar elke schrede haar was verboden. En met een intens geestelijk genoegen kon zij luisteren naar de verhalen van Frank, den vriend van haar man, die in Parijs woonde, maar voor een kort verblijf in de residentie vertoefde. Hij
| |
| |
had belangstelling opgevat voor Adeline, wier onrustig zieltje hij zag als een gevangen, fladderende vogel, die zich de vleugels kneusde aan de wanden der kooi, in het wild begeeren, op vrijen, breeden wiekslag te kunnen drijven in de wijde ruimte der lucht... En hij troostte haar met zijn gezelschap, hij amuseerde haar met zijn gesprekken, waarvan zij nooit genoeg krijgen kon.
- O, vertel me toch méér, vroeg Adeline in smeekende gretigheid. Hij sprak haar van de nieuwste dansen der laatste tijden, en haar phantasie was opgewekt door de kleurige beelden, die hij aan haar geest voorbij liet gaan ...
- Dansen, zei hij, is zoo heel iets anders dan vroeger, 't is heelemaal geen springen of woest bewegen meer, maar 'n stil en harmonisch g1ijden, met 'n bijna onmerkbaar overgaan van de eene voet op de andere... en dat is niet zoo gemakkelijk als 't bij de beschrijving wel lijkt. Maar iedereen met 'n beetje gehoor voor muziek, en wat natuurlijke gratie en elegance kan 't leeren natuurlijk...
Zou ik ook? vroeg haar blik, maar zij sprak haar vraag niet uit; zij wist het immers wel, dat haar man haar niet toestaan zou te dansen; hij weigerde zelfs haar naar dans-uitvoeringen te brengen als van Angèle Sydow, of Lili Green... En Frank, die heel goed de spanning in haar trekken zag, voelde zich opeens warm doorstroomen van een wonderbare ontroering... o, háár eens in zijn armen te hebben in het weeke rhythme van een deinenden dans ...
Maar hij beheerschte zich, en vertelde verder, oogenschijnlijk kalm, maar zonder dat hij het wist, was er ook in den toon van zijn stem iets nerveus',
| |
| |
iets bewogens gekomen, dat zij dadelijk opmerkte, en waarvan zij in heimelijk zwijgen genoot...
- De onestep, de twostep waren zoowat 't begin van de ‘nieuwe’ dansen. Ook de boston, - dat is de gemoderniseerde wals, en de veleta, met z'n zeven verschillende passen. Toen kwam de rage van de tango, die later door niets meer is geëvenaard. En daarnaast allerlei phantasie-dansen, de ‘pas de l'ours’, de ‘turkey-trot’, de ‘très moutarde’... die alleen een póosje opgang maakten, maar gauw weer werden vergeten. Daarna kregen we de ‘furlana’; die is door de paus in de mode gebracht; hij liet, naar ze zeggen, door een jong paar de tango voor hem dansen, om zelf te kunnen oordeelen, of deze zoo ‘onzedelijk’ was, als werd beweerd; de paus kwam er niet erg van onder de indruk, en zei, dat de furlana, zooals die in zijn jeugd werd gedanst te Venetië, veel aardiger en gracieuser was. De furlana heeft toen natuurlijk de ronde gedaan door alle hoofdsteden van Europa; de maat komt eenigszins overeen met die van de tarantella, een snelle driekwartsmaat; de furlana stamt uit het district Friuli, bij Venetië, en werd gedanst op de muziek der guitaren, 's avonds bij maneschijn, op de piazza's van de stad der lagunen ...
Zij luisterde. Haar bleeke wangen begonnen zich te tinten met een rozigen blos; haar fijne lippen openden zich; en hij moest zich met al zijn geestkracht bedwingen, om rustig verder te gaan.
- De nieuwe Chineesche dans, de ta-toa, wedijverde te Parijs met de furlana om de voorrang der populariteit. De ta-tao is 'n langzame, statige dans, en doet wel iets denken aan de menuet in som- | |
| |
mige van z'n bewegingen. Men zegt, dat deze dans het golven van de zee bedoelt weer te geven; op 'n bizondere manier worden de armen erbij uitgestrekt ... De eerste maten zijn niets dan 'n rhythmische marsch; deze worden gevolgd door 'n figuur, dat de ‘Phoenix’ heet, dan komt het ‘tout ensemble’, dat vooraf gaat aan ‘la vague’, waarin de dames zich langzaam en onduleerend door de zaal bewegen. En ten slotte, na de ‘grand tournant’, als allen tezamen dansen, krijgen we de ‘pas de l'homme’, en daarmee wordt de dans besloten. Ik heb de ta-tao gedanst op 'n gecostumeerd feest, in 'n Parijsche salon; alle aanwezigen waren in Chineesche costuums, in dat prachtige brocaat en borduursel, dat je wel kent, en ik moet je zeggen, 't was 'n magnifiek tooneel... 't was feeëriek ...
Zij zuchtte, en hij brak zijn woorden af. Het was hem onmogelijk voort te gaan, en ook zij vroeg niet om méér.
Een pooslang zwegen zij beiden. Toen bedacht hij, gedreven door de kloppende gejaagdheid, die hem tintelde door het bloed, een plan, en hij zei impulsief:
- Mag ik jou geleiden, Adeline, naar de dansmatinée, in 't theater Verkade, van Lill Green?
- Jij?!
Haar stem had als een kreet van blijdschap geklonken. En haar vreugde wekte in hem een nog grootere vreugde, hij kon niet realiseeren waardoor. Met gemakkelijke argumenten wist hij haar bezwaren weg te praten, en ten slotte vonden zij het beiden even natuurlijk, ja, zelfs de gewoonste zaak ter wereld, dat zij, tegen den wensch van haar man, en zelfs
| |
| |
zonder dat deze het wist, met een vriend naar een theater zou gaan.
Toch woelde er in hem, zoowel als in haar, een wilde opwinding, die bij den heen-rit begon, en aldoor verergerde; in de vestiaire, waar zij telkens in de groote spiegels hun gezichten met de nerveuse oogen zagen weerkaatst, in de zaal, waar zij naast elkander zaten op de bruingrijs-trijpen klap-fauteuiltjes, en waar zij trachtte wat afleiding te vinden door rond te zien naar de smaakvolle inrichting, naar de ingenieuse wijze, waarop het licht was aangebracht, naar de loges, met haar zware, paarsfluweelen gordijnen ... maar zij speurde enkel, vol angst, langs de rijen, of zij ook kennissen zag ... En de woorden, die hij tot haar fluisterde, hoe onbelangrijk ze ook waren, maakten van oogenblik tot oogenblik de spanning tusschen hen grooter.
De zaal werd geheel donker; het scherm week vaneen, en tegen den achtergrond der blauwe gordijnen, op de muziek eener prélude van Chopin, verscheen de slanke gestalte der danseres, die als geïmmaterialiseerd, zwevende op luchtige melodie, de ranke armen bewoog... In zwijgende betoovering staarde Adeline naar haar; zij was onder den ban eener bekoring, die op haar woog als een druk, en die haar toch tegelijk zich zoo licht en gelukkig deed voelen...
De wisselende tooneelen volgden elkander op. Voor Adeline, die nog nooit een dergelijke voorstelling had bijgewoond, was alles als een droom. Zij vergat haar omgeving, zij vergat, dat zij bezig was een verboden daad te doen, zij vergat, dat zij het niet zoo sidderend heerlijk mocht vinden, als
| |
| |
Frank zich wat dichter naar haar toeboog, en zij zijn warmen adem voelde op haar wang... Zij was geheel in het moment, en genoot... en genoot...
Ook de harp-solo's, van Rosa Spier, de harpiste van het residentie-orkest, die de dansnummers afwisselden, bekoorden haar; en de figuur van het in het wit gekleede meisje voor den grooten gouden harp, die zich zoo lijnig afteekende tegen het pastelblauwe fond der gordijnen, boeide haar als een schilderij. Maar toch wachtte zij telkens weer, in hartkloppend ongeduld naar het opnieuw begin van een dans.
Een zwoele verrukking beving haar bij de languissante of wilde muziek, die zij als zinnelijk vóor zich zag door de plastiek der danseres. Zij was bevangen, in een werkelijkheid geworden illusie; haar leven was anders geworden, hooger, en mooier... volmaakter.
En hij, die naast haar zat, en die, door de intuïtie van zijn hartstocht, al haar stemmingen met haar mede-voelde, was evenals zij geheel onder den invloed geraakt van het ongewone dat er gebeurde. Hij keek naar het tooneel, waar de jonge vrouw, door de elastische lenigheid van haar lichaam, door de expressieve bewegingen harer armen en handen, door haar extatisch gezicht, alle menschelijke aandoeningen verbeeldde, al zijn aandoeningen verbeeldde, zijn warmen hartstocht, zijn smeulend, stijgend verlangen...
Ook hij vergat het gevaar. Hij wist van niets anders meer, dan dat hij vlak in haar nabijheid was, en dat hij haar liefhad... haar liefhad... haar liefhad...
Zij spraken niet meer. Alleen raakten hun armen elkander in het leunen op de fauteuils. In de zaal
| |
| |
was het donker en stil; zij voelden zich eenzaam en veilig, als waren zij volslagen alleen.
De muziek speelde de Orientale van César Cui. En de danseres danste; zij danste het verlangen; zij verzinnelijkte monumentaal het verlangen in het smachtend strekken harer armen, in het achterover-hellen van haar hoofd, in het smeekend doorzinken der knieën, in het weder heffen en rekken van het buigzame lijf... Zij danste het verlangen; en de twee, die toeschouwden, huiverden voor de kracht, waardoor zij zich willoos voelden medegesleept... de intense kracht, die hen drong tot elkaar... tot elkaar...
En opeens, hij wist zelf niet, hoe het gebeurde, had hij haar hand gegrepen, en hield die vast omklemd in het beschermende duister. En zij weerstreefde niet, - zij had zijn daad verwacht. Want evenzeer als hem was het ook háár bewust geworden, dat zij elkaar voor altijd hadden gevonden ...
|
|