Een 'Mariage de raison'
(1916)–Jeanne Reyneke van Stuwe– Auteursrecht onbekend
[pagina 29]
| |
I.Victorine had zich gekleed voor de soirée bij de Selzaete's. Zeer tevreden was zij over haar uiterlijk, want haar mooi-gevormd, slank figuur stond haar toe het nieuwste model bal-robe te dragen, - een corsage, reikende tot even over de heupen, geheel ongegarneerd, wat ingerimpeld, en van voren met een rij knoopen gesloten. Dit corsage liep met een rechten rand onder de armen door, zoodat een laag decolleté werd gevormd, dat met twee driehoeken van kant over de borst tot over de schouders werd ingevuld, terwijl ook de mouwtjes gevormd werden door een kleine volant van kant. De rok bestond uit een dubbele tuniek van kant over een wijd-plooiend rokje van zijde; en de kleur van het toilet, oudrose, changeerend in geel, deed wondergoed bij haar mooi, bleek gezicht en haar donkere haren. Zij sloot haar collier van topazen om den hals, en bewonderde den glans van de gouden steenen op het matte blank. Haar fijne Charles IX schoentjes van moiré galoche hadden één, tamelijk hoog op de wreef aangebracht riempje, dat op zijde gesloten was met een kleine camee. Met voldoening bedacht | |
[pagina 30]
| |
zij, dat zij waarschijnlijk weer de eerste zou zijn, die met dit nieuwtje aankwam: een camee, in plaats van een gesp. Zij sloeg haar avondmantel van wit chiffon fluweel om de schouders; aan de kraag en de mouwen was deze versierd met Oostersch kleurig borduursel en een smal randje bont. In het hoog-gekapte haar droeg zij een toefje paradijsvogel-veeren, en even bewonderde zij de sierlijke wieging van de buigzame pluimen met hun tint van crème brûlée, tegen haar donkere lokken. Nu nog haar topazen armbanden, haar waaier van wit satijn met een tak rose kersenbloesems er op geschilderd, haar kanten zakdoekje... ziezoo, zij was gereed. Zij sloot haar flacon met trèfle incarnat, de doordringende, en toch delicate geur, waarvan zij zooveel hield, draaide het electrische licht neer, en ging naar beneden. In den salon zat, in den grooten, hoog-gerugden, met gobelin bekleeden leuningstoel bij den haard, haar man, en las bedaard de courant. Op het onyx tafeltje van de hooge staanlamp naast hem, dampte een kop thee. Hij zag er stram en correct uit in zijn generaalsuniform, de breede boord met het distinctief van zijn rang, de vier sterren, sloot strak om den mageren hals. - Je bent goed op tijd, zei hij, toen Victorine binnen kwam; 't is zelfs wat te vroeg, de auto is er nog niet. Je kunt best nog even je correspondentie nazien, als je wil. Hij wees op de post, die zoo juist was gekomen, en zij nam achteloos de brieven op, een van haar moeder... een prentkaart van Bob uit Bern... een | |
[pagina 31]
| |
gelukkig leven had die broer van haar, zoo vrij als een vogel in de lucht... en een brief van Dorothee. Die kon zij toch wel even inzien... gisteren nog had Roland naar haar gevraagd... misschien kon zij hem nu vanavond zoo terloops vertellen, dat Dorothee druk aan het flirten was, en zich uitstekend vermaakte op de bals in Arnhem, waarvoor altijd zoovele officieren uit Deventer, Zutphen en Amersfoort overkwamen. Snel doorliep zij de dicht-beschreven zijdjes van het fijn-grijze, naar lelietjes van dalen riekende papier, ja, inderdaad, had zij het niet gedacht? Zoo iets schreef Dorothee. En nu nog de vermelding van haar nieuwste toilet... van ivoorwitte zijde, gebrocheerd met witte en mauve bloemen, en een ceintuur van samengevoegde blauwfluweelen bloemen. Chic en origineel, ma chère! Een automantel had zij besteld bij Roizot Soeurs in Parijs, zwart en wit gestreept... En dan de opgewonden beschrijving van een fancy fair, waar zij sigaretten had verkocht, en het meeste geld geïnd van al haar vriendinnen... Ook iets om aan Ronald te vertellen!... en verder nog wat nieuwtjes over gemeenschappelijke kennissen ... en dan opeens de schijnbaar zoo onschuldige vraag: ... de volgende week krijgen de d'Elong's jachtgasten te logeeren. Wij zijn voor het jacht-diner en het jacht-bal geïnviteerd. Weet je ook, of Ronald een uitnoodiging heeft gekregen, en of hij die aannemen zal? Een snelle gloed trok over Victorine's gezicht. Daar was het. Dorothee, de naïeve, hoopte in stilte, dat zij wel aan Ronald zou overbrengen...: ‘Dorothee | |
[pagina 32]
| |
is ook geïnviteerd op het jacht-bal en het jacht-diner van de d'Elongs...’ Een geheime vraag dus van haar aan Ronald, om ook te komen... Alsof zij dat niet begreep!... Met drift drukte zij den brief weer in de enveloppe. Hoe goed, dat zij die woorden nog juist even had gelezen. Nu kon zij haar maatregelen nemen, en dat zou zij ook. Ronald ging niet naar Arnhem, daar zou zij voor zorgen. In de automobiel, op weg naar de Selzaete's, klopte haar hoofd nog van opwinding. Dorothee meende haar gevoelens meesterlijk te hebben verborgen, maar zij doorzag haar wel. O, hoe dwaas was zij geweest, toen zij Ronald en Dorothee met elkaar in kennis bracht. Zij waande zich zoo zeker van zijn gevoelens voor haar... maar nauwelijks had hij Dorothee gezien, of al zijn aandacht werd aan deze gegund. Zij hoopte op een ommekeer, als haar logée weer naar Arnhem zou zijn vertrokken ... maar Roland bleef blijkbaar van Dorothee vervuld ... en ... als het nu werkelijk gebeurde, dat zij weer tezamen kwamen, dan ... wie weet... Zij balde haar handen tot vuisten in haar avond-mof. Nooit! nooit! dit nam zij zich nadrukkelijk voor, werden die twee een paar. Dat zou zij verhinderen, al moest zij ervoor lasteren en intrigeeren ... nóóit werden die twee een paar. In de kleine zaal van hun mooi huis op het Voorhout, waar de Selzaete's ontvingen, waar de Louis XVI meubelen bekleed waren met dezelfde kleur rose satijn als het geschoren fluweel der wanden, was het een lichtvoetig gaan over den gladden parketvloer, waarin de lichtjes der kronen weerspie- | |
[pagina 33]
| |
gelden; de dans zou weldra beginnen, en groepjes stonden pratend bijeen, terwijl het achter groene planten verborgen orkest, zachtjes een introductie speelde. Ronald Westhove was Victorine aanstonds komen begroeten. Maar met een bitter gevoel in haar hart bedacht zij, dat deze belangstelling niet langer zuiver haarzelve gold. Hij sprak haar aan, en bracht haar bezoeken, en danste met haar, alleen in de hoop iets van Dorothee te vernemen... Zij verborg haar gewaarwordingen onder een vriendelijk lachje, en stond hem de gevraagde drie dansen toe. Zij moest zich volkomen verloochenen, of zij zou haar doel niet bereiken ... Zij beheerschte zich dan ook inderdaad geheel, en flirtte met hem op luchtige wijze, zooals zij dat gewoon was, alsof zij niet door geheel andere gedachten werd ingenomen. En het duurde niet lang, of hij zei: - Ik heb 'n uitnoodiging gekregen, om te gaan jagen. - Zoo? - Ja, bij de d'Elongs in Arnhem. - Zoo, dat is aardig voor je. En je gaat natuurlijk? vroeg zij onbevangen. - Ja, ik ga. - Wanneer is 't? - De volgende week. 't Zijn altijd erg prettige dagen; de d'Elongs zijn heel gastvrij. Je ontmoet er allerlei menschen; op 't jacht-bal wordt zoowat half Arnhem geïnviteerd. - Dan zal je, zei ze, in een gedurfd élan, daar zeker ook wel Dorothee ontmoeten. | |
[pagina 34]
| |
Tot haar ergernis zag zij, dat een lichte kleur over zijn wangen trok, en zij verwachtte, een: - Dat hoop ik, te hooren. Maar hij zei, zich dadelijk beheerschend: - Vermoedelijk wel. Weet jij daar niets van? - Ik? neen. - Ik dacht soms, dat zij er je iets over geschreven kon hebben ... - Neen, volstrekt niet; ik heb wel juist vandaag 'n brief van haar gehad, 'n alleraardigste brief, maar over 't jacht-bal bij de d'Elongs schrijft zij niets. - Waarover dan wel? - Over de fancy-fair, die ze gehad hebben; Dorothee verkocht sigaretten, en zij had 't meeste geld geïnd van al haar vriendinnen; dat kan ik me voorstellen, jij? Zij, met haar vroolijk kopje en haar mooie oogen ... je weet, als je de sigaret voor de kooper áansteekt, dan verdubbelt, verdriedubbelt 't bedrag ... 't Is net iets voor Dorothee, ik zie haar al, één en al enthousiasme voor 't goede doel... Hij antwoordde niet, en zij, zich op den juisten weg voelende, ging onbarmhartig voort: - Ze is ook al naar verscheidene bals geweest, dat is vroeg, hè? voor 't seizoen. Och, je begrijpt, Arnhem is zoo'n heerlijk middelpunt; de officieren kunnen heel gemakkelijk uit de andere garnizoenen overkomen. Laatst kwam Freddy met 'n ‘nieuwtje’ bij me: Dorothee was geëngageerd met ritmeester Buys. Ik zei dadelijk: ‘Kindlief, dat kan nooit waar wezen, ik ken Dorothee en ik ken Buys.’ Dorothee schrijft er ook trouwens niets van in haar brief; neen, voor zoover ik weet, beschouwt zij de ritmeester als een | |
[pagina 35]
| |
van diegenen, waarover ze zoo leuk altijd zegt: Pour badinage bon, pour mariage non. Aan haar zijde zweeg Ronald nog steeds. En opgewekt begon Victorine weer: - En dan vertelt ze me nog van 'n nieuw toilet, 'n ‘rêve’ ... Dorothee heeft héel veel smaak; ze kleedt zich zoo artistiek; ze heeft op dat gebied 'n ‘kunstoog,’ zooals ik eens 'n oude juffrouw hoorde zeggen in plaats van ‘kunstenaarsoog...’ Zij lachte hartelijk, maar Ronald lachte niet mee. - Haar costuums hebben altijd 'n apart cachet; ik ben ervan overtuigd, dat ze ook op 't jacht-bal furore zal maken, als ze er heengaat, maar dat zal wel... zij is zoo ... Toen viel hij haar opeens in de rede: - En schrijft ze anders niets? - Neen, anders niets, zei ze met geveinsde verwondering. Wat had je gedacht? O, en zij lachte schalks, je had misschien gehoopt, dat zij de groeten aan jou ...? - Neen, antwoordde hij, maar ik had niet vermoed, dat er zoo'n frivole geest zat in Dorothee. Ik heb die indruk in het geheel niet gekregen, toen ze logeerde bij jou. Integendeel. Nu, ja, ze was 'n weeldemeisje. Maar dat ze zóó zou opgaan in mondaine feesten, dat had ik toch niet gedacht. - Wat wil je, zei Victorine vergoelijkend. Il faut que jeunesse passe. Ik ken haar al van heel jong, en ik dacht óok, dat ze wel serieus kon zijn, 't valt mij óok tegen, dat ze nu zoo anders blijkt te wezen, maar 'n mooi, jong, rijk meisje als zij wordt natuurlijk van alle kanten gevierd, geen wonder, dat zij zich daardoor gevleid voelt, en ... Maar enfin, je zal haar | |
[pagina 36]
| |
nu gauw weer zien, en, wie weet, of je vroegere indruk dan niet wordt hersteld! Zij sprak deze woorden uit om te weten te komen, of hij, ondanks haar ‘onthullingen’, toch nog naar Arnhem zou gaan. Zij verwachtte van niet, en het stelde haar dus zeer teleur, toen hij zei: - Ja, dat is waar. Je kan toch alleen maar oordeelen over wat je zelf hoort en ziet... Maar onmiddellijk wist haar intrigante ziel, wat zij had te doen. Wanneer hij naar het jacht-bal ging, dan moest zij er voor zorgen, dat Dorothee voor de uitnoodiging bedankte. Zij kende Dorothee, zij wist, hoe trotsch deze was, en hoe gevoelig. Zij wist, dat Dorothee van Ronald was gaan houden, en hoe zij vermoedde, dat Ronald ook hield van haar. En hoe zij gekwetst zou zijn tot in het diepst van haar ziel, wanneer zij haar liet gelooven, dat... In haar jaloerschen geest begon zij een brief samen te stellen, een allerliefsten brief, vol nieuwtjes en aardige woorden, en dan zou er eensklaps komen: ... Je vraagt, of Ronald óók naar het jacht-bal gaat? Hij is hier op het oogenblik bij me, en antwoordt van ja, hij hoopt je dan te ontmoeten en eens met je te dansen, want hij herinnert je zich nog heel goed ... Hoe intens gegriefd zou Dorothee zich voelen, ten eerste, dat zij de vraag aan Ronald had overgebracht, en ten tweede over dat nederbuigende; ‘hij herinnert je zich nog heel goed...’ Maar het was nog niet voldoende, zij zou nog verder gaan ... ... Gisteren was ik met Ronald op de soirée van de Selzaete's ... Hij heeft me twee kleine camee's gebracht, om als gespen op m'n schoentjes te dragen; | |
[pagina 37]
| |
dat is 't nieuwste, weet je ... Ronald zegt, dat ik lijk op La Bella van Leonardo da Vinci, hoe vind je zoo'n dwaasheid? O, hij is heelemaal zoo'n dwaze, dwaze jongen ... Er kwam een lachje om haar lippen. Zou Dorothee na dezen brief Ronald nog willen ontmoeten? Zij wist het wel, neen. |
|