trouwen? Om de gezelligheid? nu, dan moet haar huwelijk ook goed uitvallen, anders had zij het veel beter thuis. En welk huwelijk valt bijna onberispelijk uit? Zooals dat van Fred en mij?
Ik zou het veel natuurlijker vinden, als elk meisje er als iets vreeselijks tegen opzag, te trouwen. Het is ook nogal geen kleinigheid! Je met alles en alles, je hééle zelf, zonder éenige terug-houding weg te moeten geven aan een man!
Tegenwoordig zijn zelfs jonge kinderen niet meer zoo naïef, als ik was, toen ik mij voorstelde, hoe het mij in mijn huwelijk zou gaan. Trouwen, dat zou ik wel eens moeten, begreep ik. Maar ik zou het anders inrichten, dan ik het van de meesten zag. Samen op één kamer, bijvoorbeeld, ik met een vreemden man? nooit! En ik zou dat mijn echtgenoot ook dadelijk aan het verstand brengen, als wij in den trein zaten voor de huwelijksreis.
- Heb je al kamers voor ons besteld? zou ik dadelijk vragen.
Maar later, toen ik inzag, dat ik er met een dergelijke onnoozelheid niet zou komen, - en welk een verschrikkelijke, ondragelijke, vernietigende vernedering ik had te ondergaan, als ik trouwde, toen dacht ik: Nooit, nooit in der eeuwigheid wil ik trouwen!.... (Want ik kende de liefde niet.)
Maar toch, tóen ik de liefde kende, - wat was het nog een worstelende, wanhopige strijd