ook op mij betrekken, maar het tweede, dat is zoo'n vaag woord, wat beteekent het eigenlijk? Dat je je plichten niet acht? Dan moet je maar eerst plichten hebben, en dan nog bovendien weten, welke het zijn.
Wat heb ik, bijvoorbeeld, voor plichten? Mijn huishouden goed te bestieren? Dat dóe ik toch. Ik zorg er altijd voor, dat Fred nooit iets te eten krijgt, waarvan hij niet houdt, en ik vraag hem nooit meer geld, dan hij geeft. Trouw ben ik hem, maar dat spreekt vanzelf, en is ook niet zoozeer een plicht. Wat dan? Ik weet het niet, hoor, en het kan mij ook niet schelen.