'Ik'
(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe– Auteursrecht onbekend
[pagina 80]
| |
dat ik eenmaal zoo genoemd worden kón. Het geeft een interessant tintje aan mijn leven, een frisscher kleur, als ik moet denken, dat mijn lot toch óok wel eens iets geëmotioneerds heeft gehad. Ik kan mij gerust gestreeld voelen door die gedachte, omdat ik nooit bewust iemand verdriet heb gedaan. Bovendien heeft mijn vroegtijdig engagement mij belet, na mijn zeventiende jaar, nog veel kwaad uit te richten. |
|