29 October.
Morgen is Fred jarig, maar ik kan nog niet schaken! Ik leer het nooit. Gister nam ik, vol ijver, stilletjes het spel en het bord uit Fred's kamer en mee naar mijn boudoir, waar ik, tijdens Fred's spreekuur, mijzelf les wilde geven.
De stukken waren gauw genoeg opgezet, - dat ging al mooi. Maar toen kwam het gewichtige aan.
In het boek stond:
e 2 - e 4 |
e 7 - e 5 |
Pg 1 - f 3 |
Pb 8 - c 6 enz. enz. |
welke aanwijzigingen ik getrouwelijk volgde, tot den tienden zet, omdat ik toen las, dat de negende zet fout was geweest: Pf 6 - e 4, zooals er opgegeven stond, had de zwarte partij namelijk niet moeten doen. Nu, wat had ik er aan, fout te spelen? Dat kon ik óok wel zónder boek. Ik scheidde er dus natuurlijk mee uit, en Fred zal den wil voor de daad moeten nemen.
Daar komt zooeven een brief van Eva: zij met Albert en hun pleegkind Augusta komen morgen Fred's verjaardag medevieren! Ik mocht