Vertalingen
Motto. |
|
Oh, la vie est trop triste! enz. O, het leven is al te droef, ongeneeslijk droef. Van de vreugden des levens is mij slechts dit bijgebleven: IJdelheid, ijdelheid, alles is ijdelheid! |
blz. |
1. |
finish: afmaaksel aan het toilet. |
blz. |
2. |
marron d'Inde: Indisch kastanjebruin. allure très chic: geeft een gedistingeerd aanzien. |
blz. |
2, 9, 17, 18. |
Golf-links zijn de velden, waarop het sport-spel golf wordt beoefend, dat gespeeld wordt met verschillende instrumenten, die clubs ook wel sticks worden genoemd; deze dragen verschillende namen en hebben elk een anderen vorm; de jongens, die ze voor de spelers dragen in groote leeren zakken, welke bags heeten, noemt men caddies. ‘Four stroke’ beteekent ‘vier-slag’. |
blz. |
19. |
moue: pruillip. |
blz. |
20. |
assiette ordinaire: gewone toestand. |
blz. |
23. |
Il faut que je sente enz.: Ik moet weten, dat ergens iemand aan me denkt, altijd, overal. Als ik inslaap, als ik wakker word, moet ik het besef hebben, dat er iemand me liefheeft, dat er een van me droomt.... Daarzonder zou ik ongelukkig zijn, ongelukkig.... Il faut, enz. Een vrouw, die ouder wordt, heeft behoefte aan herinneringen. |
blz. |
26. |
cruelle énigme: wreed raadsel. féroce enz.: wild als een jonge vrouw, passionnée, amoureuse: hartstochtelijk, verliefd. |
blz. |
49. |
se laisser regarder: zich laten bekijken. |
blz. |
56. |
bout de cour: een beetje het hof. |
blz. |
57. |
blanc de lait: melk-wit. |
| |
blz. |
59. |
‘keep-sake’: Engelsch boudoir tijdschrift. |
blz. |
60. |
dress is the outward enz.: de kleeding is het uiterlijk kenmerk van ons karakter. |
blz. |
61. |
épouseurs - jongelui, die in aanmerking komen om er mee te trouwen. |
blz. |
64. |
fancy: phantasie. |
blz. |
67. |
courtesy, constancy: hoffelijkheid, standvastigheid. |
blz. |
68. |
Une femme enz. Een vrouw, die niet coquet meer is, heeft opgehouden vrouw te zijn. |
|
|
La plus sûre enz.: de zekerste coquetterie is de onschuld. |
|
|
désir de plaire: verlangen om te behagen. |
blz. |
72. |
chétif: armbloedig. |
blz. |
74: |
failure: mislukking. |
blz. |
81. |
Toute la Haye: geheel den Haag. |
blz. |
82: |
It is so comfortable enz.: het doet je zoo goed eens flink uit te brommen. |
blz. |
85. |
Deux femmes enz.: Twee vrouwen: trachten elkaar te overtroeven. Drie vrouwen: een complot. Vier vrouwen: een geregeld gevecht. |
blz. |
86. |
Il faut noyer enz.: Je moet je verdriet maar verdrinken. |
blz. |
87. |
Entirely at a loss: ik weet absoluut niet. I must give it up: ik moet er mee uitscheiden. Curate: dominé. |
blz. |
88. |
In high spirits. Opgewekt, vroolijk. |
blz. |
98. |
Il étonne enz.: hij wekt eerst je verwondering, daarna verrukt hij je. |
blz. |
104. |
in splendid condition: in prachtige conditie. |
blz. |
114. |
smile of volumes: een glimlach, die boekdeelen spreekt. |
blz. |
115. |
smart but scentless flower: een schitterende maar geurlooze bloem. |
blz. |
129. |
garden party: tuinfeest. |
blz. |
134. |
right man enz.: de juiste man op de juiste plaats. |
blz. |
135. |
à plus forte raison: met nog meer reden. |
| |
blz. |
146. |
Il pleure enz.: ‘Het weent in mijn hart (vers van Verlaine). |
blz. |
148. |
Ai! Liebe tötet! enz. Ah! liefde doodt! Maar niemand verlaat deze wereld en heeft de liefde niet gekend! |
blz. |
150. |
Pourquoi le tétrarque, enz. Waarom kijkt de tetrarch mij aldoor aan met zijn mollen-oogen onder de trillende oogleden? Hoe vreemd, dat de man mijner moeder me aldoor zoo aankijkt... ik weet niet, wat dat beteekent... Of eigenlijk... ik weet het wèl. |
|
|
Je suis sûr enz.: Ik ben er zeker van, dat de tetrarch bang voor hem is... En jij, Narraboth, ben jij misschien ook bang voor hem? |
|
|
Je suis amoureuse enz.: Ik ben verliefd op je lichaam. Je lichaam is wit als de sneeuw, die rust op de bergen, als de sneeuw, die rust op de bergen van Judea, en die neerdaalt in de valleien... Er is niets ter wereld zoo wit als je lichaam... Laat mij je even aanraken!... |
blz. |
152. |
Ewig Weibliche: eeuwig vrouwelijke. L'âme douce enz.: De zachte ziel, de aanbiddende ziel der goddelijke leliën... waar hebben de winden haar heen-gewaaid, die aanbiddelijke leliën-ziel?... |
blz. |
174. |
Zeitschrift enz. Tijdschriften en boeken over kunstgeschiedenis. |
blz. |
179. |
tendresse délicieuse: verrukkelijke teederheid. |
blz. |
197. |
‘Poliche’ Tooneelstuk van Henry Bataille. |
blz. |
198. |
Und elend bist du doch enz., gedicht van Heine. |
blz. |
205. |
Don't: Laat dit, laat dat. |
blz. |
227. |
Birds enz. Vogels van gelijke veeren. |
|
|
Wahlverwandschaft: keurverwantschap. |
blz. |
290. |
topic: onderwerp van gesprek. |
|
|