Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendAntwoort des Princen.O Coninck, die het meyr, sijns ondancx, sparen moste,Ga naar voetnoot1
Bekent de hant die u soo wonderlijck verlosteGa naar voetnoot2
En wacht van hem het heyl dat u versproken is:Ga naar voetnoot3
Voor my, ick heb erlangt een rijcker erfenis;
5[regelnummer]
De crone die ick draeg' verwintse alle beyde
En die ick heb gehat, en die ick noch verbeydde.Ga naar voetnoot6
|
|