Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendSpreuken der seven wijse.Ga naar voetnoot*Ghy wandelaers die soeckt de ouwe trouwe paden,Ga naar voetnoot1
Hoort wat in griecken-lant de seven wijsen raden,
Gelooftet, zydy vroet, en volgtet metter daet.Ga naar voetnoot3
De eerste heeft geseyt: Het beste is de maet.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
De tweede luyde riep: ô mensch u selven kennet.Ga naar voetnoot5
De derde: u gemoet tot toren niet gewennet.Ga naar voetnoot6
De vierde: watty maeckt en makes niet te veel.Ga naar voetnoot7
De vijfde: hebt de doot voor ogen, tis u deel.Ga naar voetnoot8
De seste: schout den mensch: de meeste sijn de quade.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
De leste: wordy borg' soo wachtet schand' of schade.Ga naar voetnoot10
|
|