Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendOp de bruyloft van, Iohan Mosel ende Othilia Clockers.Ga naar voetnoot*Twee lieven willen haer int grote gilde gevenGa naar voetnoot1
En slijten inde min haer soete jonge leven.
T'is Mosel bruydegom, Othilia de bruyt.
My dunckt dat elcken naem wat wenschelijcx beduyt.
5[regelnummer]
De Mosel brengt den wijn den Vader aller vreugdenGa naar voetnoot5
Den bruygom brengt een hert vol mannelijcke deugden
Waermede hy de bruyt sal wackeren t'gemoetGa naar voetnoot7
En maken dat het suyr haer keren sal in soet.Ga naar voetnoot8
Othilia is een der ellef duysent maegden
10[regelnummer]
Die eertijts (somen seyt) voor God het leven waegden.Ga naar voetnoot9-10
So moetet (vrienden) sijn een aengename roos
Die Mosel voor de best wt ellef duysent coos.
God gunn' hem met sijn caer so blijdelijck te levenGa naar voetnoot13
Dat zy hem niet en sou voor eenen Coninck geven.
15[regelnummer]
God geev' haer so gehou te wesen haren manGa naar voetnoot15
Dat hy een Keyserin niet nemen sou daer an.Ga naar voetnoot16
So sal noch yder een Othilia u loven,
So gaet den Moseler den Dele-wijn te boven.Ga naar voetnoot18
|
|