Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendVan een ongedoopt kint.Ga naar voetnoot*Mijn naem en vraecht my niet: ontijdelijck geborenGa naar voetnoot1
Eer ick het leven kend' had icket al verloren.
Den segel des verbonts onwetend' ick gemis,Ga naar voetnoot3
Dies my oock geenen naem alhier gegeven is.
5[regelnummer]
God, die van eeuwicheyt tot een veel beter leven
My in des levens boeck had nameloos geschrevenGa naar voetnoot6
Heeft my om Christi naem ten hemel in geleydt,
Waerin alleen bestaet der menschen salicheyt.
|
|