Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendOver de wonderbare ende seeg-rijcke verlossinge der stat Bergen op Soom vant geweldich heyrleger des marquis Spinolae, op gebroken ende gevlucht den derden octobris 1622.
Nagebootst op den Lof-sanck Mosis ende Miriams, Exod. 15.
| |
[pagina 25]
| |
15[regelnummer]
U naem is soo soet:
O Jesu Gods sone
Ghy velt vanden throne
Den drijver verwoet.Ga naar voetnoot18
4.
De vierige drakenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Met vieriger wrakenGa naar voetnoot20
Ten afgront ghy stoot:
U stem laety clincken;
Sy storten, sy sincken,
Sy sacken als loot.
5.
25[regelnummer]
O Jesu, u handen
(Spijt Babel vol schanden!)Ga naar voetnoot26
Den vyant verslaen.
O Jesu u wasemGa naar voetnoot28
En vonckenden asem
30[regelnummer]
Die doetse vergaen.
6.
Ha! Spinola dachte:
Ick wilse met machte
Eens clampen aen boort:
Beloeren haer stappen,
35[regelnummer]
Ick salse betrappenGa naar voetnoot35
En helpense voort.Ga naar voetnoot36
7.
Sy moetender onder,
Tot dat ickse plonderGa naar voetnoot38
En deyle den buyt:
40[regelnummer]
Ick wilse doorsnijden,
Doorschieten, doorrijden,Ga naar voetnoot41
En roeyense uyt.Ga naar voetnoot31-42
| |
[pagina 26]
| |
8.
Doe liety wtvarenGa naar voetnoot43
De cloecke heyrscharen
45[regelnummer]
Van Maurits u Helt:
U snuyvende peerden,
U vliegende sweerden
Haer hebben versnelt.Ga naar voetnoot48
9.
Sy crijten, sy suchten,
50[regelnummer]
Sy vallen, sy vluchten
Ontwapent, ontbloot:
Och! vele gewonnenGa naar voetnoot52
Die maer waer ontronnenGa naar voetnoot53
Dees Prince, dees doot.
10.
55[regelnummer]
Wie is ws gelijcke,
In goetheyt soo rijcke
O Jesu als ghy?
Wie staet soo getrouwe
Als t'bloet van Nassouwe
60[regelnummer]
Gods kinderen by?Ga naar voetnoot60
11.
O Vader der landen!
O schrick der vyanden!
God geev' u sijn Geest.
O vyant, comt mergen
65[regelnummer]
Weer pochen voor Bergen,
Ghy hebter geweest.Ga naar voetnoot66
12.
Als dit sullen horen
Ons haters vol toren
| |
[pagina 27]
| |
En nijdich geblaf
70[regelnummer]
Sy sullen verstockenGa naar voetnoot70
Als steenen, als stocken,
Haer boosheyt tot straf.
13.
Maer ons suldy planten
Als levende planten
75[regelnummer]
O Heer in u hof:
U scepter sal blijven,
U rijcke beclijvenGa naar voetnoot77
Met eeuwigen lof.
14.
Gods Sone wilt loven,
80[regelnummer]
Gods Soon van hier boven
Heeft wonder gewracht
Hy heeft door Orangien
Den hoochmoet van Spangien
Ter schanden gebracht.
|
|