Over-Ysselsche sangen en dichten

Berovinge.

Het wijf van Potiphar tot sonde socht te bringen
Den reynsten jongelinck van alle jongelingen,²

Maer doese niet vermocht, hoewel hy haer ontsloop

Den mantel even-wel most blijven inde loop:^1-44

De hoer van babylon met yder wil boeleren,⁵
En die het niet en doet berooftse van sijn cleren:⁶

O Christen, laet u goet en leven tot een buyt,

En reddet uwe siel van dese vuyle bruyt.

2 den reynsten jongelinck: Jozef.

1-4 cf. Genesis 39.

4 inde loop: bij de vlucht.

5 de hoer van babylon: Rome (ontleend aan Openbaringen 17:1-5).

6 berooftse van sijn cleren: nl. door verbeurdverklaring van goederen.