Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendVerlichtinge.Twee dingen sijn vereyscht om claerlijck sien te mogen,
Het soete sonnen-licht, en t'licht van onse ogen.
Want waermen heeft gebreck van een oft alle beyd
Daer is het nimmer dach maer altijt duysterheyt.
5[regelnummer]
Twee dingen insgelijcx sich vinden moeten laten
Om de gesonde leer wel vruchtbaerlijck te vaten,Ga naar voetnoot6
Den goddelijcken Geest doorstralende de schrift,
En vanden selven Geest de costelijcke gift
In onse swacke siel. want mist ons een van beyden
10[regelnummer]
Geen keers noch fackel sal ons tot de waerheyt leyden.
|
|