Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendHemel-vaert.Ga naar voetnoot*Elias was alree int hemels hof geseten
Als hem wt misverstant de kinders der propheten
Noch sonder onderlaet na-trachten hier benee'nGa naar voetnoot3
Door bosschen, berch en dal drie dagen achter een,
5[regelnummer]
Maer alsse te vergeefs lang' hadden lopen swerven
Sy sagen op het lest dat sy hem mosten derven,
En keerden wederom te huyswaert moe en mat.Ga naar voetnoot1-7
T'verdwaelde Christendom gaet noch denselven pat:
Want Christus is voorlang' ten hemel opgestegen,
10[regelnummer]
Noch soecktmen hem alhier op ongebaende wegen,
Of in een enge slot, of in een verre lant,Ga naar voetnoot11
En meest in broot en wijn. die doch ter rechterhantGa naar voetnoot12
Sijns Vaders is verhoocht. daer soecken hem sijn vrinden,
En die hem elders soeckt en sal hem nergens vinden.
|
|