Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendGeveynstheyt.Als wt een bitter hol het water comt gevloten
Of neemtet zijnen loop door swavelige goten
Het schijnet menichmael wel helder in het ooch
Maer lijckewel den smaeck gants niet met al en dooch:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Den wterlijcken glans van godsdienst u niet batet
Soo bitter is den gront en ghy u broeder hatet,
| |
[pagina 70]
| |
Want is het binnenste niet louter en gevaechtGa naar voetnoot7
Hoe meyndy dat de Heer het buytenste behaecht?
|