Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekend
[pagina 58]
| |
T'selve.Een hont die yewers in een keuken is gaen snoepen,Ga naar voetnoot1
Grijpt hem de bottelier en smijt hem wt de stoepen
Dat hy valt op den cop en galpende gaet deur,Ga naar voetnoot3
Weet langen tijt daer na te mijden oock de deur
5[regelnummer]
Alwaer hem sonder gelt dien aflaet was gedeylet:
Hier siedy (soo ick meen) o dronckaert waert u feylet;
Hoe dick heeft u den wijn geslagen aenden copGa naar voetnoot7
Dat ghyt een heelen dach niet cost geheffen op!
Noch mijdet ghy hem niet, so moetmen dan geloven
10[regelnummer]
Dat u dit domme beest in cloeckheyt gaet te boven.
|