Over-Ysselsche sangen en dichten(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Cleding. De jonck-vrou stelt de pluym op haer gecrolde haren, De voeten op het corck; tsijn beyde lichte waren: Wat denckter menich wt, als datse al te wis Lichtveerdich van het hooft tot op de voeten is? Vorige Volgende