Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendMelck-wech.Aent hemelsche paleys sach ick de toortsen drillen
En swaeyen hare vlam rontom de blijde spillen.Ga naar voetnoot2
Ick sach een witten pat aent hoochste vande locht,
En vraegde ijverich wat het doch wesen mocht!
5[regelnummer]
Het zijn, sprac yemant doe, veel duysent lichte sterren,
Hoewel u duyster oog' die niet en can ontwerren.
Ha! dacht ick, even soo gatet int ondersoeck
Der spreuken van Gods recht- en wel-beschreven boeck:
T' is licht wat men daer vint, tsijn soo veel clare sonnen
10[regelnummer]
Hoewel wijt hier en daer niet onderscheyden connen.
| |
[pagina 17]
| |
O Heer, dat ick begrijp is wtermaten goet;
En tgeen ick niet en vatt' al-mee soo wesen moet.
|
|