Het verzenboek van Lijsje(1928)–Elisabeth Reitsma– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Baantje glijden. ‘Lijsje, kom je baantje glijden? Uit de grijze winterlucht Vallen duizend witte vlokjes, Kijk eens Lijs, het sneeuwt geducht!’ ‘Lijsje, kom toch gauw beneden, Op het groote witte plein Wordt door ieder kind gegleden, Kom toch Lijs, het gaat zoo fijn!’ Lijsje gaat met vlugge stapjes, Haar twee broertjes staan al klaar, Helpen zusje van de trapjes, Je bent toch niet bang, nietwaar? Kijk haar glijden, kijk haar glieren Tusschen beide broertjes in, Zoo een sneeuwfeest mee te vieren Is pas recht naar Lijsjes zin! Na een poosje kan zij 't zelf al Op de spiegelgladde baan, Pijlsnel vliegt ze als een sneeuwbal, Lijs, dat heb je flink gedaan! [pagina 17] [p. 17] Vorige Volgende