Van vier vroolijke klantjes in het zouteland(1928)–Elisabeth Reitsma– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 26] [p. 26] Hookes! pookes! pas! 1 Weet je, dat ik tooveren kan? Hookes! pookes! pas! Hookes! pookes! ik wou dat Lijs, Floeps! een boerinnetje was. 2 Tjit en hans en rakker Guus, Boertjes van Zouteland! Hookes! pookes! pilatus! klaar! Daar staan ze! bruin verbrand. 3 Hoort hen eens praten! Ze maken een plan, ‘Ik bouw een huis aan de zee, Om in te wonen,’ zegt groote Tjit. ‘Heerlij!’ roept hans, ‘Ik doe mee!’ 4 ‘Ik kook het eten,’ zegt Lijsje met vuur, ‘Knoop voor de vischvangst een net, Pief giet de bloemetjes voor ons raam. O, wat een leven van pret! 5 Als we hard werken, worden we rijk. Halen papaatje en Moek. Geven een feest als nooit is gewest, Met ranja en Zeeuwsche koek!’ 6 Hookes! Pookes! Ik toover niet meer, Jullie vacantie is uit! Dag Zouteland! tot het volgende jaar! - Weg stoomt de trein met gefluit. [pagina 27] [p. 27] Vorige