De nieuwe Harleveense doedel-sak
(1721)–Casper van Regten– Auteursrechtvrijkweelende boere-deunen, minne-klagten, harders-zangen , drinkliederen, en klugten. Alle op bekende voysen
Voys: ‘t Groote Boere Balet.
Kees.
Ach! lieve Pleuntje,
Schoonste van het Land,
‘k Raak van kant;
Door de heete Minnebrand;
Daerom laet mijn voor een Poos,
In u schootje als een loos;
Met mayn loot,
Vylen of ik raak nog doot,
Gut mayt wil geen moorster sayn,
Maer genees mayn Minne payn:
Ga met mayn,
Schoonsten die ‘k bemin allaijn.
Pleuntje.
Loop met dat snakken,
Kees je meent het niet;
He het zwiet,
Loopt van u kop als een vliet;
Kees.
Pleuntje lief ag waerde mayt,
Ag dat is van benautheyt,
Want ik vrees:
| |
[pagina 40]
| |
Voor mijn alderklaynste Kees;
Want zijn leeden zijn peur stayf,
Warm hem tog wat in je Layf,
Tot gerayf,
Maak ik u voort tot mayn Wayf.
Pleuntje.
He is het waerheyt,
Al het geen je zegt;
Kees.
Ia opregt,
Daarom help uw lieve Knegt:
Kyk mijn Broek barst uyt de ploy,
Y Laat ik u eens in ‘t hoy
Wonder zagt,
Toonen u mijn Manne kragt,
Pleuntje help-men wayl je kont,
Eer ik sterf gelayk een hond;
Door de wond,
En dat waer een groot affront.
Pleuntje.
Hoe wilje sterven?
Steek dan eerst u kop,
In dees strop,
Zo hang nui in deeze krop.
Kees.
Bloet ik ben beget een guyt;
Zo het leeven niet vliegt uyt
Mijn Ligchaam,
Og nu ben ik onbekwaem,
Pleuntje.
Loop Gekje je hebt geen noot;’
Als je lust wurg je weer dood
In me schoot
Waer zijn nu u kragten groot.
|
|