De nieuwe Harleveense doedel-sak
(1721)–Casper van Regten– Auteursrechtvrijkweelende boere-deunen, minne-klagten, harders-zangen , drinkliederen, en klugten. Alle op bekende voysen
Op de Voys: Gy Ionge Dogters die u stelt tot minnenKom Boomen die so jeugdig staan te bloeijen,
Verder u Blaaderen die so jeugdig staan,
Silverde Beeken wilt so snel niet vloeijen,
Maar wilt mijn klagten nu eens hooren aan,
Gy bent getuygen van de zware eeden,
Die wy te saamen zwoeren aan dees vliet,
Maar sy ontrou met mijn in ‘t minst te vreeden,
Verbreekt haar eet en laat mijn in ‘t verdriet.
Ontrouwe Maagt waarom u eet gebrooken,
Die gy so dier aan my gezwooren heeft,
U valse Eedt sal niet sijn ongewrooken,
Dus is het tijt dat gy voor Iupijn beeft.
Vreest gy niet dat hy met sijn Felle donder,
U straffen sal gelijk hy dan wel eer,
Gy zwoer te zwaar met eeden in ‘t besonder,
Dus bid ik keer en kom op mijn eens weer.
Maar neen sy hoord na klagten of gebeden,
Ik wensten dat ik daar van wist de reen,
Dan kon ik mijn mee Schikken na de reden,
Maar nen ik weet niet dat ik was die geen.
Die aan u Ontrouwigheyt oyt betoonden,
Terwijl mijn min waar als Leanders min,
‘k Weet ook niet dat ik u ergens mee hoonden,
Ontrouste ga je gang en doe je sin.
|
|