Het laatste aardige prentenboek(1863)–W.P. Razoux– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] De Leugenfrans. Helpt menschen, helpt, o wee, o wee! Daar komt een wolf, o wee! Hij vreet de schapen op en mij; Och menschen, staat mij bij!’ De menschen grepen stok en speer En bijl en wat al meer; Maar toen zij kwamen bij den guit, Toen lachte Frans hen uit. ‘Ik zit hier veilig, ha, ha, ha! 't Was gekheid, tra la la!’ Riep Leugenfrans, en iedereen Ging weder brommend heen. [pagina 17] [p. 17] Maar weder op een' andren dag, Toen Frans op 't gras te rusten lag, Riep hij met angstig hulpgeschrei: ‘O menschen, staat mij bij!’ Weêr komen zij om hulp te biên, Maar nergens is een wolf te zien. Toen zijn ze toornig weggegaan; Maar spoedig kwam de straf ook aan. Want naauwelijks was Frans alleen, Daar kwam hij waarlijk aangetreên, De groote wolf; en of Frans riep, Niet een, die weêr ter hulpe liep. De wolf at Frans met huid en haar, En stoorde zich aan geen misbaar. Men gelooft den leugenaar niet meer, Al spreekt hij ook de waarheid weer. Vorige Volgende