met zijn neus lichtelijk naar beneden gericht, in de tokko-tokko van de bodem terechtgekomen. Hij was blijven ademen, en deed dat nog, in een luchtbel, die steeds minder zuurstof en meer koolzuurgas ging bevatten.
Het water was al tot zijn borst gestegen. Dit keer probeerde hij zich, met zijn handen tegen het dashboard afzettend, naar boven te drukken. Al zou hij deze poging bekopen met het achterlaten van zijn beide benen het kon hem niets schelen. Maar ook deze keer viel hij bijna flauw van de pijnscheuten, die zijn hoofd bijna in tweeën spleten.
Nadat hij hijgend zijn lichaam tot rust had gebracht, merkte hij dat het zweet hem in straaltjes over het gezicht liep, langs zijn nek waarna het zich vermengde met het koude kanaalwater. De koelte leek zijn keel bijna dicht te snoeren, hij voelde het water langs zijn strottehoofd naar boven stijgen, millimeter voor millimeter.
Zo Jozef, nu ga je dood, nu ga je kapot. Jouw hele opoffering is voor niets geweest. Al die moeite om van school te slagen, om wat te studeren, om een werk te vinden en om meisjes te versieren is voor niets geweest. Hier zit je als een hond te kreperen. En je kan met al je kennis en macht geen snars doen. Kijk hoe die stomme vissen je gewoon uitlachen. Zij hebben geen verstand en kennis, geen machines en andere technische hulpmiddelen, maar zij verzuipen niet in een twee meter diep kanaal. Maar jij wel Jozef, jij met je geld, je status, je invloed, je connecties, je vrienden en...................... Het water was al tot zijn kin gestegen. Kon hij maar een eind eraan maken. Waarom moest hij dit alles meemaken? Hoe zouden die laatste twee minuten zijn, als het water boven zijn hoofd gestegen was en hij met het laatste restje lucht in zijn longen zat? Vroeger in het zwembad hield hij vaak wedstrijden, wie het langst onder water kon blijven. Hij wist niet meer precies wat zijn record was geweest, maar hij kon het een tijdje volhouden.
Hij moest nu zijn hoofd de lucht in drukken om toch nog wat al aardig bedorven lucht te happen. Langzaam