Friktie tories

[p. 60]

Astrid en de waterleiding

Het is nieuwjaar, eindelijk is dat feesten en vreten voorbij; mijn hele lichaam is in de war, mijn hoofd zoemt nog na van de ettelijke liters alkohol in verschillende sterkte, mijn oren suizen nog van de ettelijke bombels, mijn keel is schor door het vele kletsen, schreeuwen en zingen, mijn longen produceren een droge hoest als gevolg van een overdosis nicotine en tabaksteer, mijn maag brandt, draait en steekt, mijn darmen rommelen en produceren een boop giftige, riekende gassen, nee, ik voel me goed belabberd.

De enige oplossing lijkt mij in bad te gaan, ja, laat ik nou eens een flink nieuwjaarsbad nemen, een poriën-schoonmaak. Lekker onder de douche staan en dat koele, reine water over mijn vervuild lichaam laten lopen, dat n'a kiek, yeah man!

Ik neem twee soorten zeep mee, verder een goed schuimende shampoo, een badhandje, twee grote baddoeken en een nagelborstel.

Eerst een stortbad nemen om op temperatuur te komen. Terwijl het water met horten en stoten uit de douche komt, denk ik aan mijn swiet skiemba, mijn lekker dingetje, mijn lellebelletje, mijn schatje. Ik haal Astrid voor mijn geest, ik zie haar lichaam, haar opwindend lijf, ik zie haar gezicht, haar uitnodigende lippen en haar lonkende ogen. Ai jongoe, wat een meid, maar preuts als de hel. Ik hoef maar te dicht met m'n mond bij haar gezicht te komen, of ze trekt zich gillend terug. Laatst op Colakreek had ik haar bijna te pakken, yeah, als je haar zag in die felrode bikini, ik werd gek, haar uitstulpende vormen, haar bewegingen, haar voetenwerk. Tja, ik heb mijn best gedaan, ik heb alles geprobeerd, ik heb haar zelfs kunnen zoenen, ja, het was wel eventjes, maar dat was dan ook alles.

[p. 61]

O, Astrid, was je nu maar hier met mij in de badkamer, kind, ik had je ingezeept, mie b'o was joe, mie b'o bosro joe.

Ik besluit mijn haren eerst te shampooën, het duurt niet lang of ik ben bedekt met schuim. Snel wat water om wat af te spoelen........hé, naast hoestende geluiden produceert de douche nu ook gorgelende en brakende geluiden. Wat een toestand.

Wat gaan we nou krijgen?

Laat de elektriciteit uitvallen, maar laat het water blijven stromen. Als je de waterleiding belt met jouw klachten, zegt één of ander oud-koloniaal: ‘Koop maar een hydrofoor.’ En als de hele stad een hydrofoor heeft, dan ben ik benieuwd of men meer water krijgt dan toen niemand een hydrofoor had. Nou ja, als ik die ouderen deze dingen zeg, dan hoor je: ‘Jongen, jullie zijn verwend.’ Ja, door wie? ‘Jongen, wij moesten met emmers water halen.’ Ja, maar jullie hadden anytime schoon water. ‘Jongen je hebt teveel kritiek, je bent communist.’ Ja, ja dat praatje is al zo afgezaagd.

Ik heb me intussen helemaal ingezeept, ik lijk wel een groot zeepmannetje. Met mijn ogen stijf dicht probeer ik aan iets verheffenders te denken dan aan die blub-blub toestand bij de waterleiding.

Ik zie weer dat lekker stuk voor me, in felrode bikini, ze rent en alles aan haar lichaam golft en bobbelt op en neer, vooral die twee koplampen.

Ik word dol. Ik doe maar snel de kraan van de douche open. Er komt aarzelend een golfje water uit, daarna puft de douche trillend met akelige geluiden en alleen maar lucht spoeltover me heen.

Mie Gado, sang p'sa, komt er giftgas uit de waterleiding? Lijkt op de Joden in Auschwitz, Holocaust, hier ga ik dan, de S.S. heeft de waterleiding in handen, ik wordt vergast...............

Alle grappen op een stok, ik wil mijn lichaam afwassen, ik draai de douche verder open, er komen nog drie golfjes water uit, een hoestbui en dan is het stil.

[p. 62]

Ik probeer de kraan, ook geen reactie. Met mijn rechterhand grijp ik de douchepijp en schud die heen en weer, een paar druppeltjes komen er nog uit, verder niets.

Ik word boos, ik word ziedend, ik begin keihard te vloeken en te schelden op iedereen die wat met de waterleiding te maken heeft, of heeft gehad. Ik kom tot rust, met dat schelden bereik ik toch niets. Helaas, al die jaren is het geld in die andere projekten gestoken, daar viel meer te halen. Nu zit de waterleiding met een achterstand van tien of meer jaren. Te gek, komt ervan als je amateurs en fortuinjagers het beleid laat uitmaken.

Wat nu? Ik móet me afspoelen. Wachte, beneden is er nog water in die ijskast, iemand moet het voor me halen, ja, Sofia is in haar kamer, laat ik haar even vragen.

‘Eh Sofia, Sofie, Sofietje.........Soooooo-fieeee’, Het is even stil.

‘Mang, wat schreeuw je zo, wat wil je?’ brult ze terug.

‘Haal die karaf met water uit de ijskast voor me nò, ik sta onder de zeep en er is geen water.’

‘Kies ie mooi, voel ook, hai!’

‘Eé, go nò, dat spul komt al in m'n ogen.......’

‘Okee, okee’.

Ze wil wraak nemen, omdat ik het voor haar gebeerd heb dat ze met die halve gare loopt, die jongen rookt wierie, hij is een wilde spermazaaier en hij lummelt werkloos op straat. Pa was woest, maar ja, het is voor haar eigen bestwil.......

Waar is ze? Hemel, broertje is nu bezig 2x 60 watt disco-funcky-crazy-music te schoppen door het huis.

Ach, in de jaren veertig had je de jazz, in de jaren vijftig had je de rock 'n roll, in de jaren zestig had je de twist en de beat, in de jaren zeventig had je de underground en nu heb je dat sexueel gedoe met die disco. Tja elke generatie brengt iets geks naar voren.

Daar is ze met het water, gunst ik zie niets en zij wel, als ze maar niet piept, ach wat, ze is m'n zusje, nò

[p. 63]

mang, toch is het kot'fajja...........

‘Hier is je water, je hoeft niet zo krampachtig achter die deur te staan, die ene meid van Colakreek zou je zo moeten zien.’

Verbijsterd sluit ik de badkamerdeur. Ze weet die kiek, met Astrid, hoe in hemelsnaam.....Er zal wel weer flink geroddeld zijn, zeker was een vriendin van haar ook daar............

Voorzichtig spoel ik met het ijskoude water mijn gezicht af, water......water....het meest elementaire na zuurstof. Ik ben drie minuten zonder water geweest en kijk hoe ik ernaar smacht........hé, wat is dit, het is zoet........het plakt.....ach nee, jassers, verdorie.........

‘Sofiaaa Sofiaaa, je hebt die karaf met colastroop voor me gebracht, gunst......!!’

‘Kies' ie mooi, laat Astrid of hoe ze heet je komen aflikken, shampoo, zeep, bodyodeur, poriënvuil, haarroos en colastroop. Sta maar daar te wachten tot de waterleiding weer water heeft.’

Ik vloek weer, ik scheld weer, ik raas weer, ik................