Velen van de gearresteerden kwamen uit een streng calvinistisch milieu. Men heeft met deze ethische vraag nogal wat moeite gehad. Ik heb in de bezettingstijd een gereformeerd predikant gekend, die weigerde ten aanzien van de activiteiten van zijn zoon (die gevangen zat) onwaarheid te vertellen, hoewel hij wist wat dit voor het lot van zijn kind betekende. Later is dit probleem speciaal in illegale vlugschriften behandeld, eenmaal door de bekende Amsterdamse predikant Oorthuys, en ook door Karl Barth in een brief aan de Nederlanders in bezet gebied, die van Basel naar Amsterdam was gesmokkeld.
In ieder geval, de meeste beklaagden in het proces uit het voorjaar van 1942 hebben zich kennelijk voor de waarheid niet geschaamd en zich van de gevolgen weinig aangetrokken. Misschien was het niet alleen overtuiging maar ook naïviteit en optimisme.
In het Anklageschrift komt deze merkwaardige passage voor:
‘Beweismittel: Geständnisse, bezugsweise eigene Angaben des Angeschuldigten’.
Dat bleek geen leugen te zijn. Hier een paar voorbeelden, die ik vanwege de authenticiteit onvertaald doorgeef: Een beklaagde uit Groningen: ‘Er sei durch die Ereignisse des 10. Mai 1940 derart beeindruckt gewesen, dass er beschlossen habe etwas zu tun um in der niederländischen Bevölkerung den Geist des Widerstandes gegen die Bezatzungsmacht wach zu halten...’
Van een andere beklaagde wordt gezegd: ‘Er war sich bei seiner Tätigkeit darüber im Klaren, dass er das niederländische Volk zu einer feindlichen Haltung gegen Deutschland aufhetzte. Er gibt unumwunden zu, dass dies auch seine Absicht gewesen sei...’
Nog één: ‘Er war von dem Inhalt der Flugschrift derart eingenommen, dass er sich selbst anbot für die Verbreitung der Schrift zu sorgen...’ Hij wist dat hij zich daarmee aan een strafbaar feit schuldig maakte, maar, wordt van hem gezegd, hij deed het in het geloof ‘Für sein Vaterland ein gutes Werk zu tun...’
Een andere, oudere man, die voornamelijk financiële steun gegeven heeft erkent volmondig: ‘er sein Verhalten damit begründet hat, er hoffe und wünsche dass die Niederlände bald wieder frei von den Deutschen Truppen wurden...’ Naïef? Ja! Maar even dapper als naïef.
Twintig jaar geleden werd hun vonnis geveld. Velen van hen hebben het met hun leven betaald. Enkelen zijn teruggekomen. Als zij bekendheid hebben verworven onder ons volk, is het niet om hun pionierswerk van toen. Zelfs hier blijven hun namen ongenoemd.
Mochten zij dit artikel lezen, dan wil ik wel zeggen hoe ik het bedoel: Hoed af, in eerbied en dankbaarheid.
10 maart 1962.