‘Vandaag geen roti’, zegt ze, ‘wel pom, pastei, nasi en ook bami. Voor een ieder wat wils.’ Dat is me smullen.
‘Hebben jullie elke dag zulke uitgebreide maaltijden?’ vraagt Nita aan haar nicht.
‘Daarom zijn Arti en Bennie zo dik’, lacht Anand. Tante, die de vraag van Arti heeft gehoord, lacht.
‘Nee hoor’, antwoordt ze, ‘ter ere van jullie heb ik zulke uitgebreide maaltijden!’
Ze blijven nog lang napraten en pas tegen vier uur stappen ze op.
‘Theo’, vraagt mama, ‘rij je nog langs de Zeedijk? Daar zijn de kinderen nog nooit geweest.’ Papa doet het maar hij gaat niet te ver want de weg is heel slecht.
Moe komen ze in het hotel aan. Papa belt zijn moeder, oma Dikke, op en vertelt haar het goede nieuws. Oma is blij dat het geld terecht is en dat ze op de afgesproken dag zullen terugkeren.
‘Ze zegt dat ze jullie mist’, zegt papa tegen Nita en Anand. ‘Het is saai thuis zonder jullie.’
‘Maar als we thuis zijn, moppert ze de hele dag op ons’, zegt Anand. ‘We mogen niet schreeuwen, niet rennen, de t.v. mag niet te luid aan, en nu we er niet zijn, zegt ze dat ze ons mist.’
‘Zo is het meestal’, zegt mama. ‘Als je iemand een tijdje niet hebt gezien, dan pas besef je hoeveel je van die persoon houdt en hoe je die persoon mist.’
‘Wat een wijsheid’, plaagt papa haar. Mama gooit een kussentje dat hij handig ontwijkt, naar hem.
Het is spoedig tijd om naar de kermis te gaan.