| |
| |
| |
Een eigen bibliotheek
1 Hoe vormt men een bibliotheek?
Er zijn nog te veel menschen, die niet begrijpen hoe heerlijk het is om een eigen bibliotheek te bezitten. Men kent de grap van den man, die een cadeau zocht voor een vriend. ‘Geef hem een boek’. Antwoord: ‘Hij heeft er al een’. En soms lijkt dit grapje maar al te waar. Kijk eens om U heen als een paar gaat trouwen. Ze schaffen zich een piano aan, zonder soms te kunnen spelen, maar het is een meubel in het huis. Op de verlanglijst staat van alles; treft U er ooit een boekenkast of boeken op aan? Misschien een gastenboek, maar meer toch niet. Ik herinner mij nog levendig, dat ik op mijn vijftienden verjaardag alleen maar boeken gevraagd had. Daarbij was een bundel Verzen van Hélène Swarth, een boek, dat mijn moeder me gaf en dat nog in mijn hart en kast een eere-plaats inneemt. Ze gaf het me met de woorden: ‘Wat moet je met al die boeken doen?’ Al die boeken besloegen toen een heel klein kastje, dat tegen den muur hing boven een tafel, waaraan ik werken moest. Dat kastje was
| |
| |
al heel gauw vol, want snuffelend op de markt vond ik veel van mijn gading en toen mijn zuster me aanbood mijn boeken in haar kast te bewaren greep ik dat aanbod graag aan. Maar voor niet lang, want in de eerste plaats miste ik de boeken om mij heen en in de tweede plaats ontdekte ik dat alleen de gebonden boeken vooraan gezet werden en de stuk-gelezen deelen, die toch zeker mijn liefde hadden, verborgen werden. Zoo kwam alles bij mij terug in een boekenkastje. Later een kast, toen een heel groot gevaarte, waarvan de vrienden zeiden: Hij zoekt een huis, waar zijn kast in kan staan. En ook deze kast is te klein geworden en er zijn vele kasten en zelf-getimmerde schragen bijgekomen om alles te bergen, wat ik aan boeken bijeengebracht heb. Dat een dergelijke bibliotheek zijn nadeelen heeft als men evacueeren moet wil ik niet ontkennen. Zelf heb ik al mijn bibliophiele boeken naar andere oorden overgebracht en ze later weer teruggehaald, omdat ik ze in eigen beheer veiliger achtte. Maar ook kan het zijn voordeel hebben. Een hoogleeraar, zoo gaat het verhaal, kreeg de aanzegging, dat hij evacueeren moest. Hij woonde in een voor hem speciaal gebouwd huis, waar hij een enorme bibliotheek
| |
| |
had samengebracht. Ik ben zelf bij hem geweest en zag nog nimmer een boekerij van dien omvang bij een particulier persoon. Naar schatting moet hij vijftienduizend boeken bezitten. Toen hij dan ook dien brief kreeg om te evacueeren liep hij naar het Gemeentehuis en zei dat hij onmogelijk kon vertrekken.
De ambtenaar vroeg verwonderd: ‘Waarom niet, professor?’ Het antwoord luidde: ‘Waar moet ik met mijn boeken heen?’ ‘Inpakken’. ‘Weet U wat het is om 15.000 boeken in kisten te pakken?’ ‘Vijftienduizend?’ ‘Ja zeker, 15.000.’ ‘Blijft U daar dan maar wonen.’
Het zou natuurlijk dwaas zijn te verwachten, dat ieder mensch een bibliotheek van 15.000 deelen zou vormen, want inderdaad zou het probleem van de bergruimte en de financiën dan een onoverkomelijk bezwaar zijn. Dat is ook geenszins noodig. Prettig is een groote boekerij natuurlijk wel. Maar ook een kleine kan reeds veel genot schenken.
Op den dag, dat ik deze regels schreef, heeft het van den ochtend tot den avond geregend en gestormd. In mijn prettig verwarmde kamer had ik de deuren van mijn groote boekenkast opengeschoven. Zonder te lezen - denkend over wat ik voor U schrijven zou - heb
| |
| |
ik mijn oogen langs de vele deelen laten gaan, af en toe er een in mijn handen nemend en me herinnerend den indruk, dien het boek op mij gemaakt heeft. En opeens wilde ik iets herlezen, dat mij indertijd getroffen had. Ik nam het boek van zijn plaats en las. Wat zou ik hebben moeten beginnen als ik zoo'n boek geleend en dus niet in mijn bezit had? Dat is nu juist het genot van het zelf bezitten van een boek. Het is een goede vriend, die altijd bij U is en waarop ge steeds rekenen kunt in alle omstandigheden. Dit geldt voor ieder boek: voor letterkundige producten, voor studiemateriaal, voor encyclopaedieën, voor werken over kunst en wetenschappen, voor verklarende en gewone woordenboeken.
Wie een bibliotheek heeft behoef ik het niet te zeggen, maar voor hem, die een eigen boekerij wil vormen, is het noodig dit te weten. Hoe vormt men een bibliotheek? Een probleem, dat erg moeilijk lijkt, maar toch eigenlijk gezegd zeer gemakkelijk is. Eerst dient U zelf vast te stellen wat voor soort boekerij U vormen wilt. Laat ons denken aan het meest voorkomende geval: een letterkundige verzameling. Ge haalt nu Uw boeken uit een Openbare Leeszaal of een leesbiblio- | |
| |
theek. Beide zijn nuttige instellingen en het zou niet in mij opkomen ze te willen afschaffen en zeker niet de Openbare Leeszalen, die ontzaglijk veel goed werk hebben gedaan voor de volksontwikkeling.
De meeste menschen leggen geld opzij voor allerlei zaken; waarom zouden zij ook niet wat terzijde leggen om iedere week een boek te koopen? Denk eens na hoeveel geld U uitgeeft voor genotmiddelen: tabak of drank. Uw tabaksrantsoen kost U al f 1.20 per week en heeft U zich nooit bezondigd aan het koopen op de zwarte markt? Goed, dat heeft U niet gedaan, maar als U minder rookt of snoept of drinkt en wat U uitspaart weglegt voor een boek, zult U verbaasd staan over de som, die U in een half of heel jaar hebt bijeengegaard om boeken te koopen. En als U eenmaal goed begrepen hebt hoe heerlijk het is om een boek te bezitten, zal het U geen moeite kosten om er mee voort te gaan. Gooi ook niet te gauw Uw schoolboeken weg. Tal van die boeken zult ge later missen. Verouderd? Inderdaad, die zullen er bij zijn, maar vele kunnen U van dienst zijn en de letterkundige werken zeker. Bij alle feestelijke gelegenheden kunt U beter om een boek vragen dan om een das
| |
| |
en als ge trouwen gaat, vergeet dan naast Uw buffet Uw boekenkast niet. Ze is even goed noodig. Want evenals Uw glaswerk en servies vragen Uw boeken een veilige bergplaats.
| |
2 Boekenberging.
Boeken zijn een intiem bezit. Een schilderij hangt men te pronk aan den muur, een vaas staat te pralen op den schoorsteen of een kast. De bezoeker ziet, dat U een vaas bezit, een schilderij rijk bent. Een boek sluit men meestal weg. Achter de deuren van een kast, achter gordijnen leeft het boek zijn eigen leven. Zooals het in zijn band zijn wijsheid besloten houdt en alleen ontsluit voor den gretigen lezer, zoo is het boek in de kast uitsluitend voor den eigenaar. En misschien zijn intieme vrienden. Want het is een feit, dat er menschen zijn, die de slechte gewoonte hebben om boeken, die ze leenen, niet terug te geven of in slechten toestand. Dat deze gewoonte er velen toe gebracht heeft om hun boeken niet uit te leenen is slechts ten deele te betreuren. Immers zal de begeerige naar een bepaald boek, dat hij niet heeft kunnen leenen, er dan eerder toe komen dat boek te koopen, wat weer een voordeel is.
| |
| |
Het is niet zoo'n groot probleem om zijn boeken op te bergen. Indien men geen boekenkast heeft kan men een muurkast in Uw kamer daarvoor inrichten. De huiseigenaar is er best voor te vinden om de deur van zoo'n kast te verwijderen en als U dan in de plaats van de deur een gordijn hangt heeft U een prachtige bergruimte voor Uw boekenrij. Ook eenvoudige planken langs een muur kunnen uitstekend dienst doen. En als U de boeken daar goed naast elkaar plaatst heeft Uw kamer, ook zonder dat Uw bezit door een gordijn aan het oog wordt onttrokken, een warm en gezellig aanzien. Een rust en een lust voor het oog. Geen mooier behang kunt U zich denken. Deze laatste manier om zijn bibliotheek te bewaren heeft het groote voordeel dat men de kast kan ophouwen tot het plafond en uitbreiden tot de geheele muur gevuld is. En zooveel boeken heeft de gewone liefhebber toch gewoonlijk niet, want ik kan U verzekeren, dat er eenige duizenden deelen naast elkaar in zoo'n kamer kunnen geborgen worden. Naast elkander en vooral niet in twee rijen achter elkaar. Een boek moet men kunnen zien en dadelijk vinden en al kent ge Uw bibliotheek nog zoo goed, als Uw boeken in twee rijen in
| |
| |
de kast staan, moet ge toch altijd een deel van de eerste rij er uit halen om bij de tweede te komen. Het zou al heel toevallig zijn als Uw greep dadelijk goed was. Stel Uw boeken volgens een bepaald systeem op, maar vooral niet te stijf tegen elkaar, want bij het uithalen van een boek kunt U den band op die wijze heel gauw beschadigen. De wijze waarop men zijn boekerij inricht kan zeer verschillend zijn en geheel geschieden naar eigen keuze. De eenvoudigste en meest practische methode is de boeken naar tijdsorde te rangschikken - en hierbij dacht ik weer aan een letterkundige bibliotheek. Men begint dus bij de Middeleeuwen en gaat zoo verder tot men komt aan de boeken van dezen tijd, welke periode natuurlijk eenige moeilijkheid kan opleveren. Het meest ligt voor de hand om de schrijvers te plaatsen in de groepen, welke zij gevormd hebben, dus de mannen van '80 bij elkaar en zoo verder. Even goed kan men deze groepen onderverdeelen in prozaïsten en dichters. Maar dit zijn details die ieder zelf moet en kan oplossen. Hoofdzaak is, dat hij een boekerij vormt.
G.H. 's-Gravesande
|
|