Speceryen-geur, ofte Eene verzaameling van uitmuntende gezangen(1735)–J. G., A. de R.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Minne-lied. I. Getrouwe Bruid, die voor myn hert Geduurig aanklopt, roept, en bid; Om dat een vremd uw plaats bezit, En dit verlies U deerlyk smert: Ach! wie ben ik, dat Gy my mind; Een aardworm, een verloore kind! II. Gy hebt uit liefde my, als Loth, Bezocht, en Sodom uit doen gaan; Volvaardig alles uit te staan, Wat my beschooren is van God. Ach! houd my vast; dat ik nooit weêr, Als Loths Vrouw, 't oog na Sodom keer! III. Trek my Gods Wapenrusting aan; Sterk my, en wyk nooit van myn zy': Op dat ik, als een Ridder, stry'; Tot ik myn vyand heb verdaan. Ach! Ega, denk, hoe ik verlang; Dat ik de Zeegekroon ontfang! Vorige Volgende