Inhoudsopgave
Opdraght aan Juno, Bescherm-Goddin van 't Huwelijk.
Op het tytel-bladt Van den Lauwer-strydt. Tusschen Juffr. Catharina Questiers, en Juffr. Cornelia van der Veer. Doorluchtige Poeterssen.
Aan de Twee Kunst-minnende Amstelnimphen, Lichtende Colombe der Poëzy: Juffr. Catharina Questiers, En Juffr. Cornelia van der Veer. Op haar Lauwer-strydt. Door haar beyde in 't licht gebracht.
Op de Lauwer-strydt Van Juffr. Catharina Questiers, En Juffr. Cornelia van der Veer.
Op de Lauwer-strydt Tusschen de Twee Beroemde Poeterssen Me-Juffrouwen, Catharina Questiers, En Cornelia van der Veer.
Op de Lauwer-strydt Van de Konst en Geestrijke Juffrouwen Catharina Questiers, En Cornelia van der Veer.
Toe-eygeningh, Op den Lauwer-stryd. Door Me-Juffrouwen Catharina Questiers, En Cornelia van der Veer.
Op de naem van Juffr. Cornelia van der Veer Letter-keer Arc vol vier en raeden.
Lauwer-stryt. Aan Juffr. Cornelia van der Veer Met een Lauwer-krans.
Antwoordt: Aan Juffr. Catharina Questiers, Wegens haar gevond'ne Lauwer-krans.
Apolloos oordeel Aan Juffr. Cornelia van der Veer.
Twede Verlegh: Aan Juffr. Catharina Questiers.
De Vergramde Apollo Aan Juffr. Cornelia van der Veer.
d'Onstelde Marcuer Aan Juffr. Catharina Questiers.
Jupyns gebodt Aan Mercurius Voor Juffr. Cornelia van der Veer.
De smekende Mercuer Aan zijn moeder Maaya.
Jupyns vonnis Aan Juffr. Cornelia van der Veer.
Slot regels: Of eynde des Lauwers-strydt.
Aan Juffr. Cornelia van der Veer In haer Stam-boek.
In het stam-boek, Van Juffr. Catharina Questiers.
Aan Juffr. Cornelia van der Veer Op haar verjaaren den 30 Augusty Anno 1663.
Groet, Op het verjaren van d'uytstekenste Juffr. aen 't Y, Juffr. Catharina Questiers. Den 21. November 1663.
Op d'afbeeldinge Van de Jonghvrouw Catharina Questiers.
Verplichte jaer-groet Aan Me-Juffr. en waarde Nicht Geertrudis van Dam, Op haar Geboorten-dagh den 16. Ianuary Anno 1662.
Verjaringh, Voor Juff. C.M.S. Op haar Ver-jaardach, den 14 Februarij 1664.
Danck-bewysingh Aan Me-Juffr. Cornelia van der Veer Voor haer Bruylofs-dicht; Op-geoffert aen P. Voordewint En Johanna Veeris.
Op het verjaaren van de konst-rijke Sr. C. Dusart, Geboren den 25 Februarij 1618. En sijn Geestrijke Huysvrou Iuffr. Catharina Verwers, Op de selve dach jarigh.
Dank-letteren, Opgedragen aan de E. Hr. P.N. Na dat zijn E. zeker Vrage (my voorgestelt) heeft gelieft t'ontknoopen.
Op het verjaren Der Deught-en-kunstrijke Catharina Questiers.
Aan Juffr. Cornelia van der Veer, Op het afsterven van de geleerde Heer Isack de la Fontaine Der Medicine Dr. en Practisijn, En de Godtvruchtige Hendrick Waaterloos Voorzanger en Krancke besoecker t'Amsterdam.
Aan Me-Iuffr. Petronella Vorstia, Na dat haar E.D. het Atamboek van Me-Juffr. Catharina Questiers Met de tekeningh van Sint Apollonia ver-eerdt had.
In het Stamboeck van de Konstminnende Poëters Iuffr. Cornelia van der Veer.
Aan J.D.H. Doen hy sijn Robijn voor mijn Diamant-Ringh wilde ruylen.
Aan de zoetvloeyende Poëet, Johannes Smit, Op zijn Urimedon en Pasitea, of geluckigh bedroch.
Op het reuckwerck Van onse Sappho Catharina Questiers.
Op het verjaren van F.D.
Letter-krans, gevlochten op het verjaren van d'eerbre Iuffr. Me-Iuffr. Neeltjen Hoflandt, Den 27. Ian. I664. Amsterdam.
In het Stamboek van Juffr. Me-Juffr. Cornelia van der Veer.
Aan mijn Vriendt J.K. Doen hy my de drie Emblemata amoris Divini, horatiana en amorum van Antwerpen mee-bracht.
Vrage, Aan d'E. Juffr. Catharina Questiers.
Verjaringh voor Me-Iuffr. en Nicht, Catharina Molensteen, Den 14. Febr. 1663.
In het Stamboek Van de Zin en zedenrijken Juffr. Cornelia van der Veer.
Aan Juffr. Cornelia van der Veer Op haar kouse-band, Die zy op mijn Kaamer had laaten leggen:
In het Stamboeck, Van de wonderlijcke Juffr. Catharina Questiers.
Klink-dicht Op de haastige doodt van Hendrik de Koningh, Ontslapen den 4. November 1664. In Amsterdam.
In het Stamboek, van Juffr. Cornelia van der Veer.
In het stamboeck Van de geleerde Heer Nicolaus Stenonis.
Op de konstige papiere bloemen van Juffr. Catharina Questiers.
Aan Juffr. Catharina Questiers De Hoest, Als haer E. my beschuldigde van dat ik haar in den druk wilde helpen, en wel wist dat zy het huys vol swarigheit hadde.
Danck-bewys Aen de door-letterde Kunst-Goddin, Juffrouw Cornelia van der Veer.
Horatius I Boeck I Gezangh Aan Mecenas.
Op de kunstige Tekeningen en Bootseersels van Jonghvrouwe Saffo Questiers.
Rou-klagt Op het overlijden van mijn waerde Moeder, Cornelia Cornelis.
Gesang tot staaking der rou-klachten, Aan Juffr. Cornelia van der Veer: Over het droevig, doch salig afsterven van haar Moeder.
Aan alle Christen-Prinsen.
Catharina Questiers By de Musen verwelkomt, op haer Verjaerdach den 21 November, Anno 1659.
Aan den Soetvloeyende Poeët: Artus de Haas, Op zijn Christelyk vagevier.
In het Stamboek, Van Juffr. Cornelia van der Veer. Phenix der Amstelsche Poëtressen.
Ten versoek van A.V.S. Geschreven in een Strick van twalef herten door malkanderen gevlochten, dat' er niet over of niet te kort most koomen. Op de schryf-konst.
Ter eeren van den Hooghwaerde Juffr. Katharina Questiers, Gestelt in den Hage, desen 10. July, 1661.
Aan mijn Vriendt: Sr. Antony van Esterwegen. Als zijn E. my d'eer gedaan had, van op sijn verjaarmaal t'onthalen.
Den 24 October 1663. en was Verjaardt den 1. May.
Aan Juffr. Catharina Questiers Met een straatze tobaxpyp.
Klink-dicht, In het Stamboek van Juffr. Cornelia van der Veer.
In het stamboeck Van de geleerde Heer Jacobus Artopius Van Lochum. Student in de Godtheyt.
Aan Me-Iuffr. Catharina Questiers. Met een Boeck genaamt, De Roomsche Mogentheyt.
Op een heermyt In prent.
In het Stamboek van mijn Heer en Neef Jacobus Artopeus Van Lochum.
In het Stamboek van de Kunstminnende Juffr. Cornelia van der Veer.
In het Stamboek van de Geleerde Heer Philip van Zesen
Nevens een Tekeningh.
Ter eere van onse Sappho Catharina Questiers.
Op zeker Gedicht Dat by ongeval in een vat met Pekel viel, en was opgeoffert aan Juffr. Katharina Molesteen.
Op het Afbeeltsel van den Hooghdravenden Poeët Hendrik Waterloos. De Schilder spreekt.
Aan de Kunstlievenden, en yvrigen Rijmdichtster Cornelia van der Veer, In haar stamboek.
Op een Tekeningh van de Konstrijcke Nicolaes Helt Stokade, Daar Mercurius de Schilderkonst in spijt van de Nijt ten Hemel voert. In het stamboeck van Ryckart Hubien.
Poeetsche droomen, Aen Juffr. Catharina Questiers.
Op het Overlijden van de Deuchtrijcken Iuffr. Isabella van der Horst.
Aan Iuffr. Cornelia van der Veer Op haar rijm-kunst.
Aan de Konstrijcke Elias Nossius Op de Lettervlechtingh van mijn Naam
Aen de Deucht- en Konstrijkste Juffer, Juffrouw Catharina Questiers.
Op een die van sijn roer Gedoodt wierdt.
In het Stamboek, Van Me-juffr. Cornelia van der Veer.
Aan mijn Neef Hendrick Raaven Met een Amsterdamse deuvekaater.
Saffo Questiers jaardagh.
Aan Jaap.
Antwoort Op zeker vraagh.
In het Stamboeck, Van Juffr. Cornelia van der Veer.
Aan N.N. Met een Suyckerde Kupido, een Kruyk Wijn, en een Doos Banket.
Op het Afbeeldsel Van Juffrouw Catharina Questiers.
Aan Juffr. Cornelia van der Veer,
Op het tegenspreken van 't Houwelijk.
Antwoort Op het voorgaande.
Weder-antwoort Aan Iuffr. Cornelia van der Veer.
Aan Iuffr. Catharina Questiers. Over de naam van Zuster.
Veeder-slagh In het stamboeck van Juffr. Cornelia van der Veer.
Aan C.V.S. Op zijn Klocken-spel.
Op het verjaren van de uytmuntende Catharina Questiers.
Letter-Krans, Gevlochten op het Verjaren, van Me Juffr. en Nicht Catharina de Bie, Den 1 Augusti 1664.
In het Stamboek Van Me-Juffr. Cornelia van der Veer.
Aan mijn Vrint F.D. den 6. Mey Anno 1662 Jarigh.
Inmaninge van de beloofde geheyme minnaar Van Juffr. Catharina Questiers.
Troost aan mijn Broeder Albertus van der Veer: Over een Brief my uyt Cadix toegezonden, waar in hy droeve zugten over de doodt van mijn zalige Moeder uytstort.
Klinck-dicht In het stamboek van de Godtvrughtige en Redenrijcke Iuffrou, Me-Iuffrou Cornelia van der Veer.
Aan mijn Heer J. van der B. Over zeker wedspel, of' er een vaars van sijn E. gedruckt was of niet.
Aen de Deucht- en Konstrijkste voortreffelijk begaafde Iuffrouw, Iuffrouw Catharina Questiers.
Op het Vaandel-sweyen van Sr. C. de Vos, Onder den E. Heer Jakob van der Weye.
Op 't deftigh singen van de Geestrijcke Iuffer Catharina Questiers. Aan hare Edle.
Heyl-wensch, Op het verjaren van de jonge Spruyt Salomon Questiers, Out 3 jaren, 1663. den 30 Decemb.
Aan Me-Iuffer Cornelia van der Veer.
Op het ongeluckigh op-springen van het Magazyn-huys Tot Delft. Aan de Wijze, kunstige, en weetbegerige Iuffrou Me-Iuffr. Catharina Questiers.
Graf-schrift: Voor mijn kunstminnende Vrint, Hendrik Waterloos, En Vrindinne Isabella van der Horst. Onder een Tombe besloten.
Heyl-wensch Op het verjaren van Me-Juffr. en Nicht Juffr. Maria Schellingers Weduwe Wijle den Hr. en Mr. Francooys Roskam, Adt. voor de E. Hoven van Hollandt.
Aen Saffo Questiers Met eenige gedichten.
Onderstbooven.
Aan d'onvergelijkelijke Poëtresse, Juffr. Catharina Questiers.
Aan den Geestrijken Sr. Justus Hoflandt: Als zijn E. my een Dootshooft (dat op zijn Boek-kamer lagh) in handen gaf.
Aen de Geestrijke Amstel-Nimph. Juffr. Cornelia van der Veer. Op haer Letterkroon, gevlochten om het Dootshooft, 't welck ick haer op mijn Boek-kamer in handen gaf, ghevolgt den trant van haar E. eygen sluytwoorden.
Tegen-sangh Over het selve doots-hooft: Beweecht door het schrijven van Juffr. Cornelia van der Veer.
Weder-Antwoordt aan de zoetvloeyende poëet, Sr. Justus Hoflandt, Over het doodts-hooft Op de selve trant als voren.
Antwoort Aen de Soetvloeyenste Aller Amstel-nymphen, Juffr. Cornelia van der Veer, Op de selve trant.
Aan Sr. Justus Hoflandt, Op het voorgaande, wegens het gemelde doodtshooft;
De zelve trant als voren.
Besluyt-antwoort Op 't vervolgh van Iuffr. Cornelia van der Veer. Behelsende de nietigheyt van 't voorschreve Dootshooft.
Toegifjen Aen het Puyck der Amstel-musen, Juffr. Catharina Questiers, En Cornelia van der Veer, Op haer Lauren-strydt.
Aan Iuffr. Catharina Questiers.
Op het Negental der lett'ren In uw Voornaam
Op u Geleertheydt De zelve trant.
Wat in u kostelijker geleertheyt of eerbaarheyt is. Dezelfde trant.
Mejuffr. Catharina Questiers.
Aan Juffr. Anna van Diemerbroek, Na dat haar E. uyt een zware ziekte was opgestaan.
Op de haastige doodt van mijn Cozijn, Mr. Jacobus Oodendal.
Op de Konst-yver van Catharina Questiers.
Aan Juffr. Elisabeth Mortiers.
De wonderlyke kunstkamer Van d' Eed'le Heer, Dr. Roetert Ernst, schepen en raat dezer Stede.
Op de kunstkamer Van Me-Juffer, Me-Juffr. Catharina Questiers.
Huwlyx vaerzen, Uytgesproocken ter Bruyloft van de E. Bruydegom Sr. Joannes de Hoest, En de E. Konstrijke Bruydt Juffr. Catharina Questiers. Amsterdam den 11 May 1664.
Cornelia van der Veers huuwlyxvaersen, In rijmelooze reeden gevolght.
Slotvaers Aan de doorluchtige, en geestrijke Mejuffer, Cornelia van der Veer, Zuster der Neege Zanghgodinnen, gezeten op den Dichtbergh aan de Zoom van 't Y.
Op d'afbeelding, Van Mejuffer Cornelia van der Veer.
Sonnet Op de Lijk-klachte van Maria Tesselscha Visschers; Gemaakt by de Konstvoedende en Hoogdravende Juffr. Catharina Questiers. Aan hare Edele.
Veer-gevlegt: Op het Houwlijk van de E. Bruydegom Do Jakobus Artopeus van Lochum En sijn E. Bruydt Juffr. Geertruyda Blank. t'Zaam verbonden binnen Embden, den 20 April Oude styl 1664.
Toezang:
Op 't Gesang van Juffr. Catharina Questiers.
Huwelycx-vaersen, Uytgesproken ter Bruyloft van den E. Bruydegom, de Heer Secretaris Petrus voor de Wint, En sijn E. Bruydt, Juffr. Johanna Veeris. t'Zaem verbonden den 8 January, 1664. In Amsterdam.
Toe-zang.
Dank-offer Aen den E.E. Achtb're Magistraat van Amsteldam. Na 't spelen van Casimier, Of Gedempte Hooghmoedt. In den Schouburgh.
Amstelse Pallas of de geboorte van de wereltwijse maaght Juffr. Catharina Questiers.
Opdracht.
Voorsangh.
De geboorte van Me-juffer. Catharina Questiers.
Jaardicht.
Letter-gerecht, Opgedist ter Bruyloft van d'E. Bruydegom, Monsr. Abraham van Esterwege, En zijn Deugtrijke Bruyt Juffr. Judith de Wolff. 't Zaam verbonden in den Echt, den derden Iuny 1664. In Amsterdam.
Toezangh.
Op een feston van Schulpen ende Zeehoornen gemaakt by de Geestige Juffer Catharina Questiers.
Huwelyx vaarzen, Uytgesproken ter Feest van de E. Bruydegom Bastiaan van Gelder, En sijn Deughtrijcke Bruydt Catharina t'Wart. 't Zaam verbonden in Amsterdam, den 8 Juny, 1664.
Aan Juffr. Catharina Questiers Op haar zin-spreuk, Ik min mijn Vryheydt.
Verdiende lauren Voor den Welgeleerden Heer, M.G. Doen hy met lof het ongelijck en Lasterdicht beredenkavelt, ende voor de Gerechtigheyt geredeneert hebbende, der beyden Rechten Doctor verklaart wiert, in Leyden den 28 Septemb. Anno 1661. Door den Wijtberoemden ende Hooch-geleerden Heer, Mijn Heer Adriaen Beeckerts van Thienen Der beyden Rechten Doctor en Professor.
Aan Juffrouw Catharina Questiers.
Lyk-zang, Over de haastige, doch godtzalige, doodt, van den godtvruchtigen Poeët, Krankbezoeker, en Voorzanger, Mijn welgeminde Vriendt Hendrik Waterloos, Ontslapen den 26 Junij, 1664, in zijn geboorte-stadt Amsterdam.
Grafschrift Voor H. Waterloos.
Spiegel Aan Sr. Willem Jochemsz. Schaep, En Juffr. Balduina Spiegels. Vereenicht den 7 Jan. 1657 in Amsterd.
Op 't Afbeeltsel van Juffr. Catharina Questiers.
Bruylofs-vaersen, Uytgesproken ter Bruyloft van Mr. Gerardus Rutgers, En de Deugtrijken Juffr. Hendrikje Loefs, Versaamt in den Staat des Huwlijks den 24 April 1663. in Amsterdam.
Toe-sang
Aan de Wijse en Konstrijcke Iuffrouw Catharina Questiers.
Lof sonder Stof.
Aan Juffr. Cornelia van der Veer. Op haer 25. Jaerdagh.
De XXV. Geboorte-ty, Van Cornelia van der Veer. Op den 30. Augustus, 1664.
Aan Juffr. Cornelia van der Veer. Op het Lijck-geklagh, 't geen sy op haar Moeders afsterven gedicht heeft.
Aan d'E. Margreta Julius van den Bas, Op de dry vragen van I.B.
Slot-slagh Voor mijn Bedt-Vrindin Margareta Julius. Aan Juffr. Cornelia van der Veer.
Letter-krans, Voor Me-Juffrou Cornelia van der Veer. Als sy wederom verjaarde op den 30 van Oogst-maent 1664.
Toegift.
Aen Me-Juffr. Cornelia van der Veer, Op het besichtige van het Dootshoofe tot Sr. Justus Hoflant,
Verjaer-groet. Aen den Honingh-vloeyende Poëters. Cornelia van der Veer
Beloften in den grondt, Aan Juffr. Cornelia van der Veer.
Jaar-vaasjes Aen de Amstelsche Minerva, Juffrouw Cornelia van der Veer, Op haar Vijfentwintighste Verjaardagh.
In het Stamboek Van de E. Hr. en Mr. Johan Leonardt Blasius Advocaet. Voor den E.D. Hove van Hollandt.
Heyl-wens Aan d'Overdeuchtzaame en geestrijke Juffer Me-juffer Cornelia van der Veer, Op nieu-jaers-dach, Of den eersten intree van 't jaar 1664.
Klinck-dicht, Op het overlijden van d'Eerbare Juffr. Ester van Waasbergen, Ontslapen den July 1664.
Graf-schrift Voor de zelve.
Op het over-lyden Van de deugt-en-zedenrijke Maria Berdoel: Ontslapen in Augusti 1664. Aan haar E. Moeder.
Op het afsterven van de deugtzame, en zedige Rykjen Wittekoe, Ontslapen den 30 Augustus. Aan haar E. Moeder
Aan Me-jufr. Cornelia van der Veer, Tegen de rou-klaghten, Uytgestort over het afsterven van hare E. waerde Moeder.
Cornelia van der Veer Letter-keer. Caar vol iver en reden.
Aan Iuffr. Cornelia van der Veer.
Aan d'Amstelsche pallas, Juffr. Cornelia van der Veer, En haar Veder-vlugge trant.
Aan Cornelia van der Veer.
Op het jarigh verjaren van Cornelis Venendael Soontjen van Adriaen Venendael.
Druckfouten.