Z.
Zabel, Dr., hoofdredacteur der ‘National Zeitung’, V. 223 en noot, 290. Beschuldigt Karl Marx van infameerende handelingen, 350, 353. Diens oordeel over hem, 353. |
Zachariä, H.A., prof. in de rechten te Göttingen, 1806-75, V. 132. |
Zassoulitch, Vera, Russische nihiliste, VI. 134 noot, 241, 417, 420. |
Zegelbelasting, IV. 228, V. 238, 269. |
Zeller, Zijn plan voor landbouwcrediet, IV. 286. |
Zeller, J., Duitsch staathuishoudkundige. Geeft een uittreksel van Rodbertus' ‘Zur Erkenntniss unsrer Staatswirthschaftlichen Zustände’, V. 71 noot. |
Zenker, E.V., Duitsch schrijver over het anarchisme, VI. 291 noot, 373 noot. |
Zetkin, Clara, Duitsche socialiste, VI. 420. |
Zevaès, Fransch Kamerlid, volgeling van Jules Guesde, VI. 327 en noot, 424 noot. |
Ziegler, F.W., Duitsch democraat, 1803-76, V. 229. Tegen Lassalles productie-associaties, 229. Medewerker aan de statuten van het ‘Allgemeine deutsche Arbeiter-Verein’, 264. Verhouding tot Lassalle, 264 noot. |
Zinzendorf, von, Duitsch generaal, omstreeks 1700, I. 405. |
Zinzendorf, C.R., von, sterft 1752, I. 422. |
Zinzendorf, N.L. graaf von, 1700-60. Staat den Moravischen broeders toe zich op zijn goederen te vestigen, I. 405. Zijn invloed op hun verdere organisatie, 405, 410. Zijn uiterlijk, 405, geloof, 406, 418, geboorteplaats, 405, familie, 405, opvoeding, 406, karakter, 406, vereering voor von Canstein, 406, vriendschap met F. de Watteville, 406. Zijn denkbeeld om de heidenen te bekeeren, 406, 417. Zijn studie, 406. Leert te Utrecht de denkwijze der Calvinisten kennen, 406. Zijn omgang te Parijs met de Jansenistische geestelijkheid, 406. Wil het Evangelie gaan verkondigen, maar aanvaardt een staatsbetrekking, 407. Justitieraad te Dresden, 407. Vormt broederlijke vereenigingen, 407. Doel daarvan, 407. Koopt Berthelsdorf, 407. Benoemt een predikant en intendant en wordt zelf diaken, 407, 417. Laat een woning voor zich bouwen, 407. Zijn huwelijk, 407. Bezoekt met zijn vrouw de Herrnhut, 408. Bemoeit zich voornamelijk met den kring van Berthelsdorf, 409. Verdedigt bij de regeering de van wege hun geloof vervolgden, 409. Zijn belangstelling voor de zaak der Moravische broeders, 409. Scheidt zich af van de wereld, 410. Verkrijgt onbepaald verlof uit dienst, vestigt zich op zijn goederen en wijdt zich geheel aan Herrnhut, 409 v. Naar Denemarken, 416. Moeilijkheden met de Saksische regeering, 417. Wordt bevolen zijn goederen te verkoopen, 417. Zijn ballingschap opgeheven en hernieuwd, 417, 418, 419, 422. Doet examen voor den geestelijken stand, 418. Met de bisschoppelijke waardigheid bekleed, 418. Zijn pelgrimsreizen, 418, 420, 421. Predikt te Amsterdam, 418. Zijn ontvangst aldaar, 418. Doel van zijn komst, 419. Helpt in Holland een gemeente stichten, 419. Gesteund door de prinses van Oranje, 419. Zijn verblijf op ‘Heerendijk’, 420. Sticht de broedergemeente Herrnhaag, 420. Vestigt zich in de nabijheid ervan, 420. Komt in betrekking met de Kwakers, 420. Zijn werkzaamheid in Engeland, 421, in Amerika, 421, VI. 170. Doet afstand van zijn graventitel, I.
|
| |
421. Werkt ijverig door, 422. Verliest zijn éénigen zoon, 422. Vestigt zich weer te Herrnhut, 422. Verliest zijn vrouw, 422. Hertrouwt, 422. Opnieuw in Holland, 422. Sterft te Herrnhut, 422. Zijn erfenis, 422. Zijn lied op Herrnhut, 424 v. |
Zionisme, het, tot verkrijging van een territorium op autonome basis voor de Israëlieten, IV. 336 noot, VI. 425. |
Ziska von Trocnow, J., veldheer der Hussieten, 1360-1424, I. 80. |
Zola, Emile, Fransch schrijver, III. 163 noot, 212 noot, 506. VI. 255 noot, 336 noot, 361. |
Zondagsrust, I. 108, III. 328, 349, 365, 367, 510-514, IV. 18, 107, V. 187, 192, VI, 452. |
Zuns, Julius, Over Rodbertus, V. 190 noot. |
Zwarte Verdeeling, mannen der, bijnaam der Narodniki-partij, VI. 243. |
Zwavel-bende, de, zie ‘Schwefelbande’. |
Zweibrücke, hertog van, ca. 1750, I. 281. |
Zwickausche profeten, de, I. 91, 98, 102, 105. |
Zwijndrechtsche Broederschap, de, II. 401 VI. 182, 454. |
|
|