|
-
voetnoot1
-
prijs: op prijs stellen; heusch: passend, geschikt, fatsoenlijk; Lijck-ghericht: begrafenisplechtigheid.
-
voetnoot2
-
in luyen...: tussen al dat luiden van de doodsklokken; lollen: gebeden prevelen (lollaarden, Alexianen of cellebroeders, hielden zich bezig met ziekenverpleging en lijkbezorging onder de armen; bij begrafenissen zongen zij. Spoedig kregen ze een slechte naam vanwege de schijnheiligheid waarmee hun optreden blijkbaar gepaard ging); daarnaast betekent lollen ook ‘luidruchtig zingen, schreeuwen, herrie maken’. In de 17de eeuw gebeurde het vaak dat de nabestaanden vuren op het graf ontstaken, zongen, dansten en sprongen; tortsen-licht: graflantaarn; de rijken werden soms 's avonds of 's nachts begraven, want dit getuigde van meer stand (Thomas (1981), 137-140).
-
voetnoot3
-
U: uw; als lollen en tortsen-licht een chiasme vormen met torts en pracht, zou pracht kunnen verwijzen naar het inhuren van lollaarden (zie commentaar bij vers 2) van wie het uiterlijk vertoon de begrafenisplechtigheid de nodige luister moesten bijzetten.
-
voetnoot4
-
quaelijck: slecht; niet dan: niets dan; nacht: duisternis (in tegenstelling tot torts en tortsen-licht).
|