|
-
-
[tekstkritische noot]1638: 187
-
voetnoot+
- V1 Drinck-maet: hoeveel men best drinkt.
-
voetnoot1
- Wil je matig zijn, drink slechts drie maal.
-
voetnoot2
-
alst voorder klinckt: als het feestje verdergaat (voorder kan een comparatief van voort zijn of een andere vorm van verder (WNT 22.2, k. 1160)); klincken kan betekenen ‘gaan’ (WNT 7.2, k. 4117, II B5). Waar het klassieke aantal ‘geoorloofde’ glazen drie is (zie epigram 193), kan dit aantal soms tot negen worden uitgebreid, want dat is het getal der Muzen (cf. D. Heinsius/L. Rank e.a.: Bacchus en Christus, 156-157, vs. 451-452: ‘Die drymael dat instelt, en lustig heeft voldaen,/Blijft binnen het getal van Phoebi susters staen.’ [‘Wie driemaal drie (glazen) heft en met plezier ze uitgedronken heeft, gaat niet over de negen (= de Muzen) heen’].
-
voetnoot3
-
Dorst... wet: dorst moet nu eenmaal gelest worden. en... maet: je inborst is de maat voor je drinken.
-
eindnoot+
- Vergelijk) Dist. Cat. 4.24 (‘Drink dat wat je aankunt als je gezond wilt leven’), Cats, Spiegel, dl. 3, XXXI (Noch vinnigh slaen, noch harden dwanck...). Ook Puteanus' Comus is in belangrijke mate een pleidooi tegen drankmisbruik.
|