LIV (fol. 64)
Seer verstandige goede Heer ende Vriendt,
De Attestatie vanden vermaerden ende uyt de goetheyt selve gesproten Pater Della Faille, heb ick gelesen, ende my verblyt, van alsulcken treffelycken oordeel: het welcke sonder twyfel aende Infante sal aengenaem syn. Hebbe daerom V.L. huysvrouwe geraeden om terstont over te geven. Nu versta ick uyt V.L. laesten brief, de resolutie van S.M. om V.L. te versien met een honorabel officie, ende daerentuschen een prompt enterteniment te genieten. Alle myn verlangen is day V.L. haest wederom kome. Ick heb de penne in de hant gehadt, om aenden heer D. Lor. Ramirez de Prado te schryven: dan ben subytelyck verhindert geweest. Dit schryve ick in 't punt, dat den Currier staet om te verreysen: gelyck ick nu tegenwoordich tot Brussel ben, ende besich om eenyge swaericheyt, die my overkomen is, te niet te doen: waer van ick V.L. metten toecomenden Post schryven sal. My is lief om