Van Looy vindt ook, dat 't groote bezwaren heeft 't heele genootschap in de redactie te nemen. Samensmelting van de XXste en NG acht hij onder de gegeven omstandigheden zeer wenschelijk. Door deze concentratie moet 't tijdschrift aan abonnés winnen. Zou 't niet gaan, dat jij, Kloos en een 3de, bijv Aletrino redacteuren werden. Van Aletrino verwacht ik nog bericht. Ik heb er helaas geen tijd voor in een redactie te zitten. Vele groeten van ons ook aan je vrouw
tt
Arij Prins
adres Pension Noordzee
Noordwijk aan Zee
|
-
voetnoot594
- Op 6 augustus 1908 schreef Kloos aan Prins: ‘Ja, die 7en, ingeval Gorter bedankt. Erens is stellig een ongemeen mensch; maar of wij veel aan hem zouden hebben, weet ik niet: hij is geloovig-Katholiek, houdt zich, als alle Katholieken, een beetje op een afstand van protestanten en ongeloovigen, en al neemt hij de benoeming dus aan, dan zou men hem waarschijnlijk toch weinig zien. Zelfs toen hij redacteur van De Nieuwe Gids was, heb ik hem nooit gesproken: hij zat toen in Zeeland, en nu woont hij weer in Limburg, zijn geboorteland.
Jan Hofker is óók een oude vriend van me: maar we spreken elkander nooit; een jaar of 8 geleden zijn hij en zijn vrouw bij ons geweest; maar na dien tijd niet meer. Hij is ambtenaar aan de posterijen, en wacht geloof ik op een openkomende directeursplaats. Ik vermoed, dat hij eigenlijk van de literatuur heeft afgezien. Maar we zouden hem eens kunnen polsen. Want ik geloof, dat er buiten Erens en Hofker, geen andere 7e te vinden zal zijn, als ten minste Netscher buiten aanmerking moet blijven. Want Van Eeden en Verwey vallen natuurlijk buiten beschouwing, evenals Willem Paap, en andere letterkundigen uit die dagen zijn er, meen ik, niet. Ja, Hélène Swarth - maar of die zal willen, betwijfel ik óók: De oude Gids heeft zich van haar meester gemaakt, en veel sympathie voor haar tijdgenooten voelt die overigens talentvolle dame, geloof ik, niet. Want zij heeft jarenlang onder den invloed gestaan van den zeer bizonderen Dr. W. Doorenbos, die maar altijd aan ieder, die het hooren wou, vertelde, “dat die heele beweging van '80 op niets was uitgeloopen”.’
-
voetnoot595
- Ook Kloos zou op 11 augustus 1908 aan Prins schrijven dat hij ‘Academie’ niet eenvoudig genoeg vond. ‘De gedachte kwam in me op, of men in de kranten niet zou kunnen gaan spreken van “onsterfelijken”, en daarover flauw schertsen. Maar ik wou er in mijn brieven niet op zinspelen, want ik dacht: och, zóo erg is 't ook niet; en misschien bederf ik op die manier, zonder strenge noodzaak, een pleiziertje van de anderen. Maar nu je uit je zelf op het zelfde bent gekomen, verheug ik me daar zeer over, en verklaar bij deze, dat ik den naam: Het Letterkundig Genootschap verre boven dien van Academie verkies.’
|