De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd172Baarn, 19 September 1905 Amice, Bijgaanden brief had ik je juist geschreven, toen ik je brief van 11 Sept.r ontving. Toen kon ik er dagen lang niet toe besluiten je dien brief te sturen, hetgeen ik bij dezen dan toch maar doe. Zeer gaarne kom ik in November eenige dagen te Schiedam logeeren. Het is in lang niet gebeurd, dat ik je gast mocht zijn. De boeken, die je opnoemt, heb ik inder daad en ik zal ze meêbrengen. - Ik ben wel aan 't werk, maar meest kritiek. Nu over Rembrandt,Ga naar voetnoot574 waar ik mij vrij wel in gewerkt heb. | |
[pagina 297]
| |
Het zal mij veel pleizier doen als je eens hierheen komt. Gaat mijn vrouw naar Aken, dan is in elk geval in de tweede helft van october het huishouden weêr op orde. Een logeerkamer hebben wij, tot mijn spijt, wel niet, maar daar is gemakkelijk iets op te vinden. Met hartelijke groeten, ook aan je vrouw s.v.pl. t.t.
|
|