De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 241]
| |
[deel 2]128Hamburg 24/IV '99 Amice, Ik zit hier thans druk in 't verhuizen - eerst van kantoor en nu van woning, hetgeen de oorzaak is, dat ik je brief van 10 dr. nog niet eerder heb beantwoord. Wel bedankt ook namens mijn vrouw voor de gelukwenschen. Moeder en kind maken 't best, en wij zijn nu gelukkig allen van de Influenza hersteld. Mijn werken na drukke bezigheden is natuurlijk gewoonte, maar toch min of meer geforceerd, want de zoo noodige rust om goed werk te produceeren ontbreekt. Zoodra men over andere dingen moet denken dan over 't werk kan dit niet vlotten. Dat de hollandsche schrijvers zoo weinig afleveren, en meestal slechts fragmenten geven, komt m.i. alleen daarvan dat ze niet vrij zijn. De fransche en engelsche auteurs zijn in dit opzicht gelukkiger, want voor hen is 't geen onmogelijkheid eenmaal de noodige rust te krijgen. Misschien of liever zeer waarschijnlijk staat echter de hollandsche litteratuur thans hooger dan die der beide andere landen, wijl 't niet vrij-kunnen-worden een schrijver voor zichzelf streng maakt, en alle onwillekeurige bijbedoelingen niet laat opkomen. Als Zola bijv. niet van zijn werk kon leven, zou hij zeker minder hebben geproduceerd, maar ook betere boeken hebben geschreven. Ik heb in den laatsten tijd wat van de goede engelschen gelezen, en 't is bedroevend hoe lui die werkelijk talent hebben, er toe komen handig, licht werk te leveren. Couperus is daarvan bij ons dikwijls ook een voorbeeld.Ga naar voetnoot499 Enfin dit is nog een groote troost voor ons. De ‘Jonge Gids’ gaat er niet op vooruit. De laatste aflevering is vol grof metselwerk van Heijermans en anderen (ik vermoed, dat hij eigentlijk bijna 't heele tijdschrift vult, onder tal van pseudoniemen). - 'T socialisme brengt 'm heelemaal van streek. 'T is wel opmerkelijk, dat alle socialistische schrijvers uitdroogen, en zich met studiewerk gaan occupeeren, dat beter behandeld kan worden door rechtsgeleerden, dominees etc. Het niet-vrij-kunnen-worden brengt hen op 't pad van de Soc. dem. Arbeiderspartij. Ik vrees dat Gorter, H. v. d. Schalk e.a. nooit meer iets goeds zullen maken, of ze moeten van dien dwaalweg terugkeeren. VdGoes is ook zeldzaam taai en droog geworden; ik geloof dat ik in een gevangenis zou moeten zitten met niets anders om mij dan zijn geschriften om ze te kunnen lezen, maar neen ik geloof dat ik dan toch nog zou prefereeren ze niet te lezen en mijn tijd met droomen door te brengen. Toen Heijermans hier was, maakte hij op mij een goeden indruk: hij was eenvoudig en bescheiden. Dit is nu echter al 4 jaar geleden, en ik vind nu ook, | |
[pagina 242]
| |
dat uit zijn werk en optreden blijkt dat hij eenigszins ploertig is. Vele zijner opstellen hebben een bedenkelijk Asmodeeluchtje.Ga naar voetnoot500 'T is wel jammer want hij behoort door zijn talent tot de allereersten. Ik ben 't volkomen met je eens, dat mijn 3e periode eigentlijk een voortzetting van de 2e is. In de gruwelen van 't verhuizen gekomen, vervolg ik dezen brief met potlood. Ik heb geen inkt meer bij de hand. De schijn van wonderlijkheid is ook in de 3e periode, in St. Margareta, Dragamosus en ook in De Heilige Tocht (minder in 't andere werk uit de 3e periode) maar wordt door 't massieve en geserreerde verborgen. Door de zekere ijlheid van de 2e periode, komt 't daar meer voor den dag. Jolles heeft, als ik mij niet vergis van retrospectief realisme gesproken. Dit is onjuist; 't eenige waarop dit misschien van toepassing zou kunnen wezen is ‘In Rusland’.Ga naar voetnoot501 Mij bevalt wat puur taal aangaat gedeelten van dit stuk 't minst van allen. De uitdrukking retrospectief realisme zou men eerder op Van Oordts ‘Ermelo’Ga naar voetnoot502 kunnen toepassen als 't beter ware, meer in de middeleeuwen, minder XIX eeuwsch. In Van Oordt zijn Van Lennep en Netscher vereenigd. | |
[pagina 243]
| |
Wat de spin-scène aangaat, zoo ziet Dragamosus dit eerst als ziener-in-een-droom. De scène is niet duidelijk, omdat 't tweede gedeelte van Dragamosus, de lotgevallen van zijn vrouw, nog niet geschreven is. De spin was in de middeleeuwen 't symbool van geluk; en Dragamosus ziet (door zijn huwelijk) 't geluk op haar nederdalen. Markowefe wordt nu zijn dood, een koningin van 't Merovingische tijdperk die oppermachtig is. - 'T doet me veel pleizier dat je die studie over mijn werk wilt schrijven. Mocht je nog meer willen weten, dan hoor ik wel van je. Vele groeten ook van huis tot huis t.t.
Ik verneem zooeven met eenige verbazing uit een courantenberichtje dat Kloos | |
[pagina 244]
| |
geengageerd is met Jonkvr. Jeanne Reyneke van Stuwe. In de laatste Nieuwe GidsGa naar voetnoot503 heb ik verzen van haar gelezen, die niet slecht waren. Zij is natuurlijk op Kloos' ziel verliefd in hoogere beteekenis van 't woord. De avonturen van Kloos grenzen aan 't wonderbare. - Adieu
|
|