De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |
Met genoegen heb ik in het laatste Nr. van het Weekbl. een 2e stuk van Koster gelezen. - Vindt U ook niet, dat het goed is? Mijn kritiek over GerminalGa naar voetnoot120 zend ik dezer dagen aan den Heer Dr. Kollewijn; ik had gedacht dit reeds gisteren te kunnen doen, doch door drukke bezigheden was ik nog niet gereed. - Mag ik U intusschen nog wel dank zeggen voor uw bericht omtrent dit boek. - Hoe bevalt U Germinal. Tegen St. Nicolaas komt een bundel novellen van mij uit met etsen. - Een uitgever heb ik gevonden. Hebt U Les Béotiens van NizetGa naar voetnoot121 gelezen? De jonge belgische naturalisten zijn woedend over dit boek. - Is het waar, dat de Amsterdammer (dag en weekblad) binnenkort ophoudt te verschijnen? Dit is mij dezer dagen medegedeeld, en daar ik niets van de zaak weet, zult U mij verplichten met mij hieromtrent eenige inlichtingen te geven Hoogachtend
|
|