De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel
(1971)–Lodewijk van Deyssel, Arij Prins– Auteursrechtelijk beschermd9Scheveningen, 23 Octr. '84 WelEd Heer, Ik neem de vrijheid het navolgende verzoek tot U te richten. - Voor eenigen tijd is uitgekomen bij Beijers te Utrecht een bundel Realistische Schetsen.Ga naar voetnoot24 Uit de Couranten heb ik gezien, dat het vertalingen zijn van novellen | |
[pagina 26]
| |
van Maupassant en Verga. Daar ik gaarne kennis zou maken met de werken van laatstgen. schrijver, heb ik moeite gedaan dat werk te bekomen, mijne pogingen zijn echter te vergeefs geweest, wijl het niet in den handel is. - Voor het geval, dat U deze schetsen bezit, zoudt U mij een groot genoegen doen, ze mij ter lezing te geven. - Op spoedige terugzending en nette behandeling kunt U staat maken. - Weet U ook wie de vertaler is? Zooals U wellicht zult hebben gezien, is mijn novelle ‘Grootvader Bleys’ in de Augs-aflevering van ‘Nederland’ verschenen. - Ik heb dezer dagen een grootere novelle voltooid, ‘De Geschiedenis van Jan Zomer’, die ik aan een onzer tijdschriften zal opzenden. - Met veel genoegen heb ik uw kritiekGa naar voetnoot25 over vd Bergs Studiën in de 2de Kamer gelezen. - Ik ben 't met U eens, dat deze novelle zeer goed is. - Weet U, dat H. vd Berg een pseudoniem is van Frans Netscher?Ga naar voetnoot26 U bij voorbaat dank zeggende voor de moeite die ik U veroorzaak, verblijf ik Hoogachtend,
adres: Kanaalweg 9.
|
|