Voorrede.
Op verzoek van den schrijver is ondergeteekende gaarne bereid om over aard en
strekking van 't voorliggende werk een meening uit te spreken.
Het doel, dat de schrijver zich gesteld heeft, is de aanvulling en verbetering
van alle in Nederland verschenen geschriften, waarin de Indische en in
Nederlandsch-Indië gebruikelijke Nederlandsche woorden of geheel ontbreken of
onjuist opgegeven zijn. Tevens moet de toevoeging van een vertaling van zulke
woorden in 't Fransch, Duitsch en Engelsch dienen om den beoefenaars dezer talen
hulp te bieden.
Vergelijkt men dit Hulpwoordenboek met vroegere uitgaven van den schrijver van
denzelfden aard, met Veth's ‘Uit Oost en West’, en met hetgeen in de
Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië, enz., te vinden is, dan ziet men reeds op
den eersten blik, hoeveel rijker de hier verzamelde stof is. Hiervoor verdient
de heer Prick van Wely den dank van alle belangstellenden, maar nog veel meer
voor de groote moeite die hij zich gegeven heeft voor de juiste vertolking der
woorden. Hiervoor had hij slechts over uiterst weinig hulpmiddelen te beschikken
en kon alleen zijn groote belezenheid hem hulp verschaffen, waar andere bronnen
hem in den steek lieten. Ieder, die het Hulpwoordenboek ter hand neemt, zal
erkennen dat de schrijver geen moeite ontzien heeft om zijne taak nauwgezet te
volbrengen.
Behalve de in Nederlandsch-Indië gebruikelijke uitdrukkingen zijn in het werk ook
opgenomen een aantal Zuid-Afrikaansche en West-Indische woorden en verouderde
termen.
Alles te zamen genomen, is het Hulpwoordenboek een nuttig werk voor verschillende
klassen van lezers, en daarom wenschen wij het in veler handen.
H. KERN.