[LI]
zo ooit een illustratie sprak door wat er niet op voorkwam, dan deze. Men onderscheidt er de vier staatslieden op, die eind september 1938 het z.g. akkoord van München tot stand brachten, Chamberlain, Daladier, Hitler en Mussolini, vertegenwoordigend resp. Engeland, Frankrijk, Duitsland en Italië. Men zal zich wel herinneren dat toen over het wel en wee, beter over het wee alleen, van Tsjecho-Slowakije beslist is op een wijze, waaraan men nauwelijks zonder schaamte kan terugdenken: het werd met huid en haar aan Hitler uitgeleverd. Misschien nog erger was het feit, dat welmenende lieden hier en elders meenden de vlag te moeten uitsteken, toen voor deze prijs de vrede verzekerd leek; Menno ter Braak in elk geval sloot een fel commentaar op deze feestelijke reacties af met een paar woorden, die maar al te zeer bewaarheid zouden worden: ‘Wie het laatst vlagt, vlagt het best’. Maar nu wie niet op dit plaatje voorkomen: de grote twee van thans, de V.S. en de Sowjet-Unie. München: deze vier zouden het zonder die twee wel samen uitmaken, hoe het moest in Europa - en eigenlijk in de wereld. Voor de laatste keer: ook dit het einde van een stukje Europese geschiedenis...