wat Gij zeidet niet te willen beproeven. Een bloemen- en een vruchtenstukje - zou het zoo moeijelijk zijn geweest tusschen al die kleuren en geuren een paar beeldjes aan te brengen, op Java voor het kiezen, hier zoo verrassend..... wat dunkt U?
Houde ik die te goed?
Ik geloof ja, want, n'en déplaise à Monsieur. Uwe fantasie schijnt minder onder de lucht van het Oosten te lijden dan de zijne. Als ik Uw beider brieven naast elkaar leg, zijn de Uwe uit Java - de zijne uit dat leelijke ding, zegt Alberdingk, uit de journalistiek. Wij willen hem beterschap wenschen, ik doe het van heeler harte, het is het eenige wat ik op zijn Verjaardag voor hem doen kan. Helderheid, volkomen helderheid hoe hij dat publiek, waarover hij zoo zeer klaagt en waarvoor hij toch niet minder werkt, zal kunnen opbeuren, niet enkel staatkundig, maar ook letterkundig, niet enkel in maatschappelijken, ook in kunstzin. Ik zou maar half mijn wensch uiten, als ik er niet bijvoegde, dat ik hem dan gaarne bij al zijn tegenwoordigen ijver voor de werkelijkheid, weer een beetje liefde voor zijn vroegere idealen voegen zag.
Op dat punt zijt Gij het met den knorrepot volkomen eens, en zelfs Gideon zou het zijn, als hij dit onderwerp bogreep. Hij is er niet te ongelukkiger om, dat het nog buiten zijn sfeer ligt.
Alles goeds in het Nieuwe jaar, Sophie schrijft met de volgende mail. Intusschen onze groeten à vous trois.
Met opregte achting
Uw dw.