XCVIII
Amsterdam, 12 December 1866.
Lieve Vrienden!
Ge zult hartelijk welkom zijn - tegen Uwe schikkingen is geenerlei bezwaar - slechts over dien pligt den dag voor de Verjaring mondeling nader.
Anch'io son pittore, en dus geen woord over de zwakheden eens autheurs. Allerminst waar men die zoo cordaat zoekt te boven te komen.
Hierbij
Allerlei (curieus bont)
Gidsen, Boekbeoordeelingen: 37, 38, 40, 41, 42, 44.
Verder - daar ik niet weet, of Gij die bezit, Gids 1857, een philippica van Schimmel en Gids 1860 mijn appreciatie van de tweede uitgave van the Giaour en mijn schets van Polletje.
Inderdaad Ten Kate kan niet klagen dat men hem geïgnoreerd heeft, dat men zijn streven voorbij zag. Maar slechts zelden beterde hij zich als bij den Giaour; zijne uitgave van von Eichstorff Frithjof's Sage is aan Kruseman ontstolen honorarium. Ge moogt er niet van zwijgen.
Mais ça prend des proportions énormes.
Lieve Vriend, wie kan het helpen? Gij hebt met hem te