werd geïndigneerd. Als had ik om den wille van het Tijdschrift en nog iemand niet eerst alles willen beproeven, om een breuk te verhoeden, maar daar als hier niet op den voorgrond gezet:
Geen désaveu, geen pressie zelfs, of wij gaan beide.
Ik heb er geen berouw over, geduldig twee weken te hebben geleden, ik heb vollen vrede met den stap van Zondag - en het einde.
Voyez venir! Wat Uwe bijdrage betreft, voor het eerste Nr. meenen zij kopy genoeg te hebben. Ik vind er niets vernederends in, dat Gij Uwe voorwaarden regelt zooals die U passen, maar laat men U vragen. Gij hebt aan Brouwer bereids den wenk gegeven.
Hierbij het slot van Hoey III. Hoe herhaalde malen ik het nu ook gelezen hebbe, ik blijf menigen greep bewonderen. Frank houdt zich, alles zamen genomen, zeer goed. Is het dewijl ze zelve zooveel karakter heeft, dat ze zoo flink karakters teekent?
Ten blijke, of er nog blijk noodig ware! ten blijk liever van haar warm hart, de ingeslotene; waarom, als Ge weer naar 's Hage gaat, wipt Ge niet eens aan?
Vele groeten van Sophie. Waarom komt Mevr. Huet juist nu niet eens over bij den Verfknoeier? Dag, liefste jongen!
Van harte de Uwe.