L
Amsterdam, 31 December 1864.
Lieve Vrienden!
Van Rappard is vrijdag bij mij geweest le coeur d'or! Hij had donderdag Ramaer bezocht, die van geen twee jaren verblijf buiten 's lands wilde weten, die hoogstens, als de toestand werd zooals hij zich dien voorstelde, in April een koudwaterkuur zou aanraden! Hij was van Delft naar 's-Hage gegaan. Mevrouw Bosboom had hem bekend, dat S. haar een reis had voorgespiegeld, waartoe hij haar gemakkelijk in staat stellen kon! Hoe had zij berouw niet dadelijk neen te hebben gezegd, zij was er voor te bedanken, ook en vooral om Bosbooms wille, die, toen hij dit later hoorde, verbleekte, zeggende:
‘Is het zoo ver met mij gekomen!’
Arme Vriend!
Thans worden nu natuurlijk de pogingen gestaakt, maar het kwaad is gebeurd, vrees ik, en God beware ons voor de kieschheid dier kerels, de dominé's meen ik.
Daar ontvang ik een circulaire van X.
‘X verzoekt nevensgaand schrijven van Ds. Y. aan de Heeren
Potgieter enz. enz enz.
met verzoek om spoedige circulatie en terugzending aan den afzender.’
‘Aan Ds. X.
Hooggeachte Medebroeder!
Onder den indruk van een gesprek, zooeven met onze Vrienden Bosboom gehouden, en waarbij ik merkte, dat ook