XLV
Amsterdam, 8 December 1864.
Lieve Vriend!
Vrees niet dat het voorbeeld van Veth aanstekelijk zij.
Maar den ingesloten dient Gij te hebben gelezen, eer ik hem bij de overige Vrienden doe circuleren. Uw scherts heeft het verkorven.
Toch heb ik beter nieuws. Pamela is gister ontdaan bij mij geweest - ‘is er dan niets op?’ ik heb hem naar Schimmel verwezen - die met de onderhandelingen is belast. Hij beriep zich op vier-en-twintigjarigen - neen, niet dienst maar kennis!
Laat het zich nu Zondag zoo inrigten, dat Ge bij ons blijft eten? Of gaat dat met Gideon niet goed, dan komt Ge toch zeker aan?
Sophie dankt Mevrouw voor haar hartelijk briefje en verzoekt vele groeten.
Als altijd de Uwe.