April.
Den 3. was geklaagd: dat meerderen, zich onderwijzer noemende, onderricht geven zonder machtiging; dat zij geen acht geven op de decadis en dat zij niet anders trachten in te boezemen aan hunne jonge scholieren dan de oude willekeurige, gekke, dweepzieke gevoelens van het oud bestuur; zij overtreden de wet van 4 Augustus 1798. De eenigen die recht hebben zijn Lemoine, Nonnenberg en Gerrits, alle anderen worden aan de rechtbank overgeleverd.
Denzelfden dag verscheen eene publicatie, ter herinnering aan die van 3 jaren te voren, dat aan de opkoopers, die met de buitenlieden bij 't inkomen der stad hun handel zochten te drijven, dit niet vóor 11 uur en alleen op de Markt is toegestaan; de boete is 3 dagen arbeid of 3 dagen gevangenis; de marktdagen zijn den 1., 5. en 8. dag van ieder decade.
4. nam Philip Opdenoordt eervol ontslag, na als secretaire-adjoint van 4 Augustus 1797 tot 6 Januari 1799 werkzaam te zijn gebleven.
11. is aan de ex-recollecten P. Cuppers en Henri Mulders, ieder 62 jaren oud, eene attestatie de vita uitgereikt.
18. kreeg Jac. Bours, wijnkoopman en pachter der bank van leening, proces-verbaal. De controleur beweerde dat hij in goud- en zilverwerken handelde, daarentegen verklaarde Bours dat alle voorwerpen panden waren, behalve eenige hem toebehoorende. De lombard werd verzegeld.